ECLI:NL:GHAMS:2015:5812

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 mei 2015
Publicatiedatum
20 juli 2016
Zaaknummer
13/654311-14
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van voorlopige hechtenis in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 mei 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in 1992 en thans verblijvende in het huis van bewaring De Weg te Amsterdam, had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 25 maart 2015, die het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis had afgewezen. Het hof heeft de relevante stukken en de argumenten van de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman, in overweging genomen.

Het hof heeft vastgesteld dat de voorlopige hechtenis van de verdachte eerder was geschorst, waarbij zijn persoonlijke belangen zwaarder wogen dan de belangen van de maatschappij. Echter, op 10 maart 2015 was deze schorsing opgeheven vanwege het vermoeden van een nieuw strafbaar feit. Het hof oordeelt dat, ondanks het eerdere vermoeden, het tijdsverloop nu in het voordeel van de verdachte pleit. Het belang van de verdachte prevaleert thans boven de maatschappelijke belangen, waardoor het hof besluit de voorlopige hechtenis opnieuw te schorsen.

De schorsing gaat in op 12 mei 2015 om 14.00 uur en is onderworpen aan verschillende voorwaarden, waaronder het niet onttrekken aan de tenuitvoerlegging van de voorlopige hechtenis en het meewerken aan een NIFP-rapportage. De beslissing van het hof vernietigt de eerdere beslissing van de rechtbank voor zover deze aan het oordeel van het hof is onderworpen. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht, en het hof heeft de zaak afgesloten met de vaststelling van de voorwaarden waaronder de schorsing plaatsvindt.

Uitspraak

13/654311-14
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboortedag] 1992 op [geboorteplaats 1],
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring De Weg te Amsterdam,
tegen de beslissing van de rechtbank te Amsterdam van 25 maart 2015, voor zover houdende afwijzing van het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank te Amsterdamvan 25 maart 2015, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beslissing van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beslissing waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. [naam 1].

De beoordeling

Het hof heeft acht geslagen op het feit dat de voorlopige hechtenis van de verdachte reeds eerder is geschorst. De persoonlijke belangen van de verdachte werden toen zwaarder gewogen dan de belangen van de maatschappij bij voortduring van de voorlopige hechtenis. Op 10 maart 2015 is de schorsing van de voorlopige hechtenis opgeheven wegens het vermoeden dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit. Het hof is van oordeel dat dit vermoeden op zichzelf redengevend was om de schorsing op te heffen, maar dat gelet op het tijdsverloop thans het belang van de verdachte wederom prevaleert boven het belang van de maatschappij bij voortduring van de voorlopige hechtenis.
Het hof gelast de schorsing van de voorlopige hechtenis met ingang van aanstaande dinsdag zodat er voorbereidingen kunnen worden getroffen voor de opname in Lunteren.

13.654311-14

De beslissing

Het hof:
VERNIETIGT de beslissing waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
SCHORST het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van dinsdag 12 mei 2015, 14.00 uur, tot aan de inhoudelijke behandeling van zijn zaak, welke beslissing afzonderlijk zal worden geminuteerd.
Deze beschikking is gegeven op 6 mei 2015 in raadkamer van dit hof door
mr. M.J.G.B. Heutink, voorzitter,
mrs. H.W.J. de Groot en F.M.D. Aardema, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. K.D.M. de Lange als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 6 mei 2015,
de advocaat-generaal
13/654311-14
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboortedag] 1992 op [geboorteplaats 2],
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring De Weg te Amsterdam,
tegen de beslissing van de rechtbank te Amsterdam van 25 maart 2015, voor zover houdende afwijzing van het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte, waarop afzonderlijk is beschikt.

De beoordeling

Het hof acht termen aanwezig de schorsing van de voorlopige hechtenis te bevelen onder de navolgende voorwaarden.

De beslissing

Het hof:
SCHORST het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van dinsdag 12 mei 2015, 14.00 uur tot aan de inhoudelijke behandeling van zijn zaak,
zulks onder voorwaarden dat:
1. hij indien de opheffing der schorsing mocht worden bevolen, zich niet aan de tenuitvoerlegging van het bevel tot voorlopige hechtenis zal onttrekken;
2. hij ingeval hij wegens het feitwaarvoor de voorlopige hechtenis is bevolen tot andere dan vervangende vrijheidsstraf mocht worden veroordeeld, zich aan de tenuitvoerlegging daarvan niet zal onttrekken;
3. hij aan iedere oproeping vanwege een justitiële instantie gevolg zal geven;
4. hij zich niet zal schuldig maken aan strafbare feiten;
5. hij ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het
nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in
artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
6. hij elke adreswijziging schriftelijk door zal geven aan de officier van justitie te Amsterdam onder vermelding van het parketnummer 13/654311-14
;
en onder de bijzondere voorwaarden dat,
7. hij zich onder toezicht stelt en blijft van de Reclassering Leger des Heils;
13/654311-14
8. hij zich direct vanuit het Huis van Bewaring zal begeven naar [naam 2] te Lunteren en aldaar gedurende zijn schorsing zal verblijven, waarbij hij zich zal houden aan de aanwijzingen die hem door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven, zolang de reclassering dit nodig acht;
9. hij mee zal werken aan het opmaken van een NIFP rapportage.
Deze beschikking is gegeven op 6 mei 2015 in raadkamer van dit hof door
mr. M.J.G.B. Heutink, voorzitter,
mrs. H.W.J. de Groot en F.M.D. Aardema, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. K.D.M. de Lange als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 6 mei 2015,
de advocaat-generaal