ECLI:NL:GHAMS:2015:5809

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
25 maart 2015
Publicatiedatum
20 juli 2016
Zaaknummer
13/701258-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen beslissing voorlopige hechtenis en onrechtmatig verkregen bewijs

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 25 maart 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in Turkije in 1974 en thans verblijvende in het huis van bewaring Het Schouw te Amsterdam, had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 18 februari 2015. Deze beslissing betrof een bevel tot gevangenhouding en de afwijzing van een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en heeft zowel de advocaat-generaal als de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw, gehoord.

Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd en is van oordeel dat er redelijke aanleiding was voor het onderzoek van het voertuig van de verdachte, gezien het zenuwachtige gedrag van de verdachte en de medeverdachte, alsook de verhoogde snelheid van het voertuig bij het zien van de politie. Het hof oordeelt dat niet evident vaststaat dat er sprake is van onrechtmatig verkregen bewijs. De aangetroffen wapens en munitie rechtvaardigen volgens het hof geen schorsing van de voorlopige hechtenis, omdat de belangen van de verdachte niet opwegen tegen de maatschappelijke veiligheid.

De beslissing van het hof is dat het beroep tegen de bestreden beslissing wordt afgewezen. Deze beschikking is gegeven in raadkamer door de voorzitter en twee raadsheren, in aanwezigheid van de griffier. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

13/701258-15
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Turkije) op [geboortedag] 1974,
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring Het Schouw te Amsterdam,
tegen de beslissing van de rechtbank te Amsterdam van 18 februari 2015, houdende bevel tot zijn gevangenhouding en afwijzing van het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank te Amsterdam van 18 februari 2015, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beslissing van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beslissing waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsvrouw mr. [naam].

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beslissing waarvan beroep en de gronden waarop deze berust.
Nu het vermoeden bestond dat in een gepantserd voertuig werd gereden, dit voertuig bij het zien van de politie zijn snelheid aanzienlijk verhoogde alsook gelet op het – zenuwachtige – gedrag van de verdachte en de medeverdachte bestond naar het voorlopig oordeel van het hof redelijke aanleiding tot onderzoek van het voertuig zoals bedoeld in art. 51 van de Wet Wapens en Munitie. Om die reden staat naar het oordeel van het hof niet evident vast dat sprake is van onrechtmatig verkregen bewijs.
Gelet op de aangetroffen wapens en munitie doet zich naar het oordeel van het hof een omstandigheid als bedoeld in art. 67a lid 3 Sv thans niet voor.
Met betrekking tot het door de verdachte gedane verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis geldt dat dit verzoek moet worden afgewezen, omdat het belang dat de verdachte heeft bij zijn invrijheidstelling niet opweegt tegen de gewichtige redenen van maatschappelijke veiligheid die in het bevel tot zijn gevangenhouding zijn aangewezen, welke ook thans nog grond geven tot voortduring van zijn vrijheidsbeneming.

13.701258-15

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beslissing.
Deze beschikking is gegeven op 25 maart 2015 in raadkamer van dit hof door
mr. M.J.G.B. Heutink, voorzitter,
mrs. E. de Greeve en H.A. Marquart Scholtz, raadsheren,
in tegenwoordigheid van K.D.M. de Lange als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 25 maart 2015,
de advocaat-generaal