ECLI:NL:GHAMS:2015:5806
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verlenging gevangenhouding en recidivegevaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in 1973 en thans verblijvende in het huis van bewaring te Zwaag, had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, die op 14 januari 2015 een bevel tot verlenging van zijn gevangenhouding had gegeven. De verdachte stelde dat hij bereid was om mee te werken aan hulpverlening, maar het hof oordeelde dat deze enkele stelling onvoldoende was om aan te nemen dat het recidivegevaar niet meer aanwezig was. Het hof heeft de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman, gehoord en heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder de beschikking waarvan beroep. Het hof heeft zich verenigd met de beschikking van de rechtbank en de gronden waarop deze berust. Het hof concludeerde dat er geen aanleiding was om te veronderstellen dat het recidivegevaar kon worden ingeperkt door een andere maatregel dan voorlopige hechtenis. De raadsman van de verdachte had verder geen argumenten aangedragen die in het kader van dit hoger beroep bespreking verdienden. Uiteindelijk heeft het hof het beroep tegen de bestreden beschikking afgewezen.