ECLI:NL:GHAMS:2015:5805

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
18 maart 2015
Publicatiedatum
20 juli 2016
Zaaknummer
13/845040-14
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van voorlopige hechtenis en verzoek tot schorsing in hoger beroep met internationale implicaties

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 18 maart 2015 in raadkamer uitspraak gedaan over het hoger beroep van de verdachte tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 2 maart 2015, waarin de voorlopige hechtenis werd bevolen. De verdachte, geboren in 1960 en thans verblijvende in het huis van bewaring De Schans te Amsterdam, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en heeft zowel de advocaat-generaal als de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw, gehoord.

Het hof heeft de beschikking waarvan beroep bekeken en is van oordeel dat de feiten die hebben geleid tot de voorlopige hechtenis een internationaal karakter hebben en dat er veel slachtoffers bij betrokken zijn. Gezien de aard en omvang van de feiten, alsook het vluchtgevaar dat aanwezig is, heeft het hof geconcludeerd dat zowel de recidivegrond als het gevaar voor vlucht aanwezig zijn. Dit vluchtgevaar wordt verder versterkt door de onduidelijkheid over de verblijfplaats van de verdachte.

Daarnaast heeft het hof het verzoek van de verdachte tot schorsing van de voorlopige hechtenis beoordeeld. Het hof heeft dit verzoek afgewezen, omdat de persoonlijke omstandigheden van de verdachte niet opwegen tegen de gewichtige redenen van maatschappelijke veiligheid die in het bevel tot gevangenhouding zijn aangevoerd. De beslissing van het hof is om het beroep tegen de bestreden beschikking af te wijzen, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.

Uitspraak

13/845040-14
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1960,
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring De Schans te Amsterdam,
tegen de beschikking van de rechtbank te Amsterdam van 2 maart 2015, voor zover houdende bevel tot zijn gevangenhouding .

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank te Amsterdam van 4 maart 2015, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsvrouw mr. [naam].

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep – voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen – en de gronden waarop deze berust. De feiten waarvoor de voorlopige hechtenis is bevolen hebben een internationaal karakter en er zijn veel slachtoffers bij betrokken. Gelet op de aard, omvang en het internationale karakter is het hof van oordeel dat zowel de recidivegrond als het gevaar voor vlucht aanwezig zijn. Het vluchtgevaar wordt versterkt door het feit dat er onduidelijkheid bestaat over de verblijfplaats van de verdachte.
Met betrekking tot het door de verdachte mondeling gedane verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis geldt dat dit verzoek moet worden afgewezen, omdat het belang dat de verdachte, gelet op de aangevoerde persoonlijke omstandigheden, heeft bij zijn invrijheidstelling niet opweegt tegen de gewichtige redenen van maatschappelijke veiligheid die in het bevel tot zijn gevangenhouding zijn aangewezen, welke ook thans nog grond geven tot voortduring van zijn vrijheidsbeneming.

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Deze beschikking is gegeven op 18 maart 2015 in raadkamer van dit hof door
mr. M.J.G.B. Heutink, voorzitter,
mrs. H.W.J. de Groot en F.L. Muskens, raadsheren,
in tegenwoordigheid van K.D.M. de Lange als griffier.
13/845040-14
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 18 maart 2015,
de advocaat-generaal