ECLI:NL:GHAMS:2015:5804
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- M.J.G.B. Heutink
- H.W.J. de Groot
- F.L. Muskens
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de voorlopige hechtenis en toepassing van artikel 67b Sv in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 18 maart 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, geboren in Colombia en thans verblijvende in het huis van bewaring te Zwaag. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, die op 18 februari 2015 een bevel tot gevangenhouding had gegeven. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder de beschikking waarvan beroep en de akte van de griffier van de rechtbank. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de raadsman van de verdachte gehoord.
Het hof heeft de beschikking van de rechtbank voor een groot deel bevestigd, met uitzondering van de onderzoeksgrond die vervalt. Het hof heeft zich gebogen over het verweer van de raadsman met betrekking tot de vordering ex artikel 67b Sv, die betrekking heeft op het voorhanden hebben van een vuurwapen. Het hof oordeelt dat het doel van artikel 67b Sv is om te voorkomen dat voor nieuwe feiten een afzonderlijk bevel tot voorlopige hechtenis moet worden gegeven. De wet staat niet in de weg aan het onder voorlopige hechtenis brengen van een nieuw feit, ook al was dit feit eerder bekend. Het hof concludeert dat er ernstige bezwaren zijn voor het voorhanden hebben van een vuurwapen, maar dat de grond voor voorlopige hechtenis voor dit feit ontbreekt. Daarom vernietigt het hof de beschikking van de rechtbank voor zover deze betrekking heeft op dit feit.
De beslissing van het hof is dat de beschikking waarvan beroep wordt afgewezen, met inachtneming van de overwegingen die zijn gepresenteerd. Deze beschikking is gegeven in raadkamer, en de advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.