ECLI:NL:GHAMS:2015:5799
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Behandeling hoger beroep tegen bevel tot gevangenneming en lange duur van de procedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 april 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte tegen een bevel tot zijn gevangenneming, dat was afgegeven door de rechtbank Noord-Holland op 27 februari 2015. De verdachte, geboren in 1990 en thans verblijvende in het huis van bewaring te Haarlem, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. De advocaat-generaal en de raadsman van de verdachte hebben hun standpunten in raadkamer toegelicht. De raadsman voerde aan dat de lange duur van de behandeling van het hoger beroep een schending oplevert van artikel 71 lid 4 van het Wetboek van Strafvordering en artikel 5 lid 4 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Tevens werd betoogd dat er geen nieuwe feiten waren die een nieuw bevel tot gevangenneming rechtvaardigden, en dat er geen sprake was van een geschokte rechtsorde.
Het hof heeft vastgesteld dat de behandeling van het hoger beroep inderdaad onwenselijk lang heeft geduurd, maar heeft geconcludeerd dat de wet hieraan geen gevolgen verbindt. Het hof oordeelde dat er wel degelijk sprake was van een nieuwe omstandigheid, namelijk een belastende verklaring van een anonieme getuige, die een nieuw bevel tot gevangenneming rechtvaardigde. Het hof weegt ook de ernst van de feiten en de impact op de gemeenschap in Callantsoog mee in zijn overwegingen. Uiteindelijk heeft het hof het beroep tegen de bestreden beschikking afgewezen, waarbij het hof de belangen van de gemeenschap en de ernst van de zaak vooropstelde.