ECLI:NL:GHAMS:2015:5795
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beschikking voorlopige hechtenis met betrekking tot ernstige bezwaren
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 februari 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 28 januari 2015, die een bevel tot gevangenhouding inhield. De verdachte, geboren in 1963 en thans verblijvende in het huis van bewaring te Haarlem, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Het hof heeft kennisgenomen van de schriftelijke verklaring van de verdachte en de stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. H.J.G. Dudink, gehoord.
Het hof heeft vastgesteld dat er voldoende ernstige bezwaren zijn voor het subsidiaire feit waarvoor de verdachte wordt verdacht, dat een gevangenisstraf van meer dan twaalf jaren kan opleveren. Echter, na afweging van alle feiten en omstandigheden, concludeert het hof dat er geen sprake is van een zodanig geschokte rechtsorde die het voortduren van de voorlopige hechtenis rechtvaardigt. Daarom heeft het hof de beschikking waarvan beroep vernietigd voor zover deze aan het oordeel van het hof was onderworpen en de voorlopige hechtenis van de verdachte opgeheven.
Deze beschikking is gegeven in raadkamer en is ter kennis gebracht van de verdachte door de advocaat-generaal. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging van de belangen van de verdachte en de rechtsorde in het kader van voorlopige hechtenis.