ECLI:NL:GHAMS:2015:5791
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot aanhouding in hoger beroep inzake voorlopige hechtenis
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 januari 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in 1993 en thans verblijvende in het huis van bewaring De Schans te Amsterdam, had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 17 december 2014, waarin een bevel tot zijn gevangenhouding was gegeven. Tijdens de behandeling van het hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder de akte van de griffier van de rechtbank en de verklaringen van de verdachte en de advocaat-generaal.
Het hof heeft de beschikking van de rechtbank beoordeeld en zich verenigd met de gronden waarop deze berust, met uitzondering van de onderzoeksgrond. De verdachte had verzocht om schorsing van de voorlopige hechtenis, maar dit verzoek werd afgewezen. Het hof oordeelde dat de belangen van de verdachte bij invrijheidstelling niet opwegen tegen de maatschappelijke veiligheid, zoals aangegeven in het bevel tot gevangenhouding. Bovendien zag het hof geen aanleiding om de beslissing aan te houden voor het aanvullen van het dossier met nieuwe stukken, aangezien het hoger beroep zich richtte tegen de beschikking van de rechtbank van 17 december 2014.
Uiteindelijk heeft het hof het beroep tegen de bestreden beschikking afgewezen, voor zover dit aan het oordeel van het hof was onderworpen. Deze beslissing werd genomen in raadkamer, waarbij de voorzitter en de raadsheren aanwezig waren, evenals de griffier. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.