ECLI:NL:GHAMS:2015:5789

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 april 2015
Publicatiedatum
19 juli 2016
Zaaknummer
13/701436-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van voorlopige hechtenis en verzoek tot schorsing in verband met vluchtgevaar

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 april 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, geboren in Kroatië en thans verblijvende in een huis van bewaring in Amsterdam. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 16 maart 2015, waarin zijn gevangenhouding werd bevolen en zijn verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis werd afgewezen. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en heeft zowel de advocaat-generaal als de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman, gehoord.

Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bevestigd en is van mening dat er op dit moment geen evident bewijs is dat onrechtmatig is verkregen. Het hof heeft overwogen dat het hebben van een adres in Kroatië in de gegeven omstandigheden niet voldoende is om aan te nemen dat er geen ernstig gevaar voor vlucht bestaat. De hoeveelheid drugs die bij de verdachte is aangetroffen en de omstandigheden waaronder deze zijn gevonden, wijzen op een georganiseerd verband. Het hof concludeert dat er een ernstig risico bestaat dat de verdachte een misdrijf zal begaan dat de gezondheid of veiligheid van anderen in gevaar kan brengen.

Daarom heeft het hof het verzoek van de verdachte tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen, omdat de belangen van de verdachte bij invrijheidstelling niet opwegen tegen de gewichtige redenen van maatschappelijke veiligheid die zijn aangevoerd in het bevel tot gevangenhouding. De beslissing van het hof is op 8 april 2015 genomen in raadkamer, waarbij de voorzitter en de raadsheren unaniem tot deze conclusie zijn gekomen.

Uitspraak

13/701436-15
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Kroatië) op [geboortedag] 1985,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans verblijvende in het huis van bewaring De Schans te Amsterdam,
tegen de beschikking van de rechtbank te Amsterdam van 16 maart 2015, houdende bevel tot zijn gevangenhouding en afwijzing van het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank te Amsterdam van 18 maart 2015, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. [naam].

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust. Het hof overweegt dat op dit moment niet evident vaststaat dat er sprake is van onrechtmatig verkregen bewijs.
Voorts overweegt het hof dat het hebben van een adres in Kroatië in de gegeven omstandigheden onvoldoende is om aan te nemen dat er geen sprake is van een ernstig gevaar voor vlucht. De hoeveelheid aangetroffen drugs en de omstandigheden waaronder de drugs zijn aangetroffen wijzen op een georganiseerd verband. Naar het oordeel van het hof dient er daarom er ernstig rekening mee te worden gehouden dat de verdachte een misdrijf zal begaan waardoor de gezondheid of veiligheid van personen in gevaar kan worden gebracht.
Met betrekking tot het door de verdachte gedane verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis geldt dat dit verzoek moet worden afgewezen, omdat het belang dat de verdachte heeft bij zijn invrijheidstelling niet opweegt tegen de gewichtige redenen van maatschappelijke veiligheid die in het bevel tot zijn gevangenhouding zijn aangewezen, welke ook thans nog grond geven tot voortduring van zijn vrijheidsbeneming.

13.701436-15

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking.
Deze beschikking is gegeven op 8 april 2015 in raadkamer van dit hof door
mr. F.A. Hartsuiker, voorzitter,
mrs. R.A.F. Gerding en L.I.M. van Bergen, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. K.D.M. de Lange als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 8 april 2015,
de advocaat-generaal