ECLI:NL:GHAMS:2015:5788

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 april 2015
Publicatiedatum
19 juli 2016
Zaaknummer
13/669024-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Recidivegevaar bij ontbreken van een oplossing van de problematiek op verschillende leefgebieden van de verdachte

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 april 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die in Colombia is geboren en thans verblijft in het huis van bewaring Het Schouw te Amsterdam. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 16 maart 2015, waarin zijn gevangenhouding werd bevolen en het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis werd afgewezen. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en heeft zowel de advocaat-generaal als de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. A. Rijkelijkhuizen, gehoord.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte kampt met financiële problemen, geen dagbesteding heeft en gebruik maakt van alcohol en drugs. Deze omstandigheden hebben bijgedragen aan het feit waarvoor hij is aangehouden. Gezien het ontbreken van oplossingen voor deze problematiek, concludeert het hof dat er sprake is van recidivegevaar. Het hof weegt het belang van de verdachte bij invrijheidstelling af tegen de maatschappelijke veiligheid en komt tot de conclusie dat de redenen voor zijn gevangenhouding nog steeds van toepassing zijn.

Daarom heeft het hof het verzoek van de verdachte tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen en het beroep tegen de beschikking van de rechtbank verworpen. Deze beslissing is genomen in raadkamer, waarbij de voorzitter en de raadsheren unaniem tot dit oordeel zijn gekomen. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht, waarmee de procedure is afgerond.

Uitspraak

13/669024-15
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Colombia) op [geboortedag] 1988,
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring Het Schouw te Amsterdam,
tegen de beschikking van de rechtbank te Amsterdam van 16 maart 2015, houdende bevel tot zijn gevangenhouding en afwijzing van het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank te Amsterdam van 18 maart 2015, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. A. Rijkelijkhuizen.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust. Op grond van het dossier stelt het hof vast dat de verdachte financiële problemen heeft, geen dagbesteding heeft en alcohol en drugs gebruikt, onder invloed waarvan hij kennelijk dit feit heeft begaan. Nu voor deze problemen nog geen oplossingen zijn gevonden is het hof van oordeel dat er sprake is van recidivegevaar.
Mede gelet op hetgeen hierboven is overwogen is het hof van oordeel dat het belang dat de verdachte heeft bij zijn invrijheidstelling niet opweegt tegen de gewichtige redenen van maatschappelijke veiligheid die in het bevel tot zijn gevangenhouding zijn aangewezen, welke ook thans nog grond geven tot voortduring van zijn vrijheidsbeneming. Het door de verdachte gedane verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis wordt dan ook afgewezen.

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking.
Deze beschikking is gegeven op 8 april 2015 in raadkamer van dit hof door
mr. F.A. Hartsuiker, voorzitter,
mrs. R.A.F. Gerding en L.I.M. van Bergen, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. K.D.M. de Lange als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 8 april 2015,
de advocaat-generaal