ECLI:NL:GHAMS:2015:5785

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 maart 2015
Publicatiedatum
19 juli 2016
Zaaknummer
15/810016-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing schorsingsverzoek wegens ontbreken plan van aanpak in voorlopige hechtenis

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 maart 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in 1976 en thans verblijvende in het huis van bewaring te Zwaag, had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, die op 25 februari 2015 een bevel tot verlenging van de geldigheidsduur van zijn gevangenhouding had gegeven. Het hof heeft de stukken van de zaak en de akte van de griffier van de rechtbank bestudeerd, en heeft zowel de advocaat-generaal als de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw, gehoord.

Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende ernstige bezwaren zijn ten aanzien van feit 4, dat aan het bevel tot gevangenhouding was toegevoegd. Dit leidde tot de conclusie dat het hof zich niet kon verenigen met de beschikking van de rechtbank voor wat betreft dit feit. Voor de feiten 1 tot en met 3 heeft het hof zich echter wel verenigd met de beschikking van de rechtbank, voor zover deze aan het oordeel van het hof onderworpen was. Het hof heeft ook de justitiële documentatie van de verdachte in overweging genomen en geconcludeerd dat er op dat moment geen omstandigheden waren die een schorsing van de voorlopige hechtenis rechtvaardigden.

Het verzoek van de verdachte tot schorsing van de voorlopige hechtenis werd afgewezen, mede omdat er geen concreet plan van aanpak kon worden opgesteld door de GGZ, aangezien de benodigde psychologische en psychiatrische rapportages nog niet gereed waren. De beslissing van het hof was dus om het beroep tegen de bestreden beschikking af te wijzen, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis. Deze beschikking werd gegeven door de voorzitter en twee raadsheren in raadkamer, en de advocaat-generaal bracht de beschikking ter kennis van de verdachte.

Uitspraak

15/810016-15
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1976,
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring Zwaag te Zwaag,
tegen de beschikking van de rechtbank te Noord-Holland, locatie Haarlem van 25 februari 2015, voor zover houdende bevel tot verlenging van de geldigheidsduur van zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank te Noord-Holland, locatie Haarlem van 26 februari 2015, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsvrouw mr. A. Kerkhoff.

De beoordeling

Het hof is met de raadsvrouw en de advocaat-generaal van oordeel dat er onvoldoende ernstige bezwaren zijn ten aanzien van feit 4, welk feit op grond van art. 67b Sv aan het bevel gevangenhouding is toegevoegd. In die zin verenigt het hof zich niet met de beschikking waarvan beroep. Ten aanzien van de feiten 1 tot en met 3 verenigt het hof zich met de beschikking waarvan beroep – voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen – en de gronden waarop deze berust.
Gelet op de aard van de verdenking en mede in aanmerking genomen de justitiële documentatie van de verdachte is het hof van oordeel dat een omstandigheid als bedoeld in art. 67a lid 3 Sv zich thans niet voordoet.
Met betrekking tot het door de verdachte mondeling gedane verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis geldt dat dit verzoek moet worden afgewezen. Het hof overweegt dat ook mevrouw [naam] (GGZ In Geest) aan heeft gegeven dat het thans niet mogelijk is om een concreet plan van aanpak op te stellen, nu de nadere psychologische en psychiatrische rapportages nog niet gereed zijn.

15.810016-15

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Deze beschikking is gegeven op 11 maart 2015 in raadkamer van dit hof door
mr. D. Radder, voorzitter,
mrs. M.J.G.B. Heutink en F.W. van Lottum, raadsheren,
in tegenwoordigheid van K.D.M. de Lange als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 11 maart 2015,
de advocaat-generaal