ECLI:NL:GHAMS:2015:5784

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 maart 2015
Publicatiedatum
19 juli 2016
Zaaknummer
15/800050-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afweging schorsingsverzoek in hoger beroep inzake voorlopige hechtenis

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 maart 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, geboren in de Dominicaanse Republiek, die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, die op 11 februari 2015 een bevel tot gevangenhouding had gegeven. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en heeft zowel de advocaat-generaal als de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. M. van der Himst, gehoord.

De beoordeling van het hof richtte zich op het verzoek van de verdachte tot schorsing van de voorlopige hechtenis. Het hof overwoog dat bij een dergelijk verzoek het belang van de verdachte bij invrijheidstelling moet worden afgewogen tegen de gewichtige redenen van maatschappelijke veiligheid die in het bevel tot gevangenhouding zijn aangevoerd. Het hof concludeerde dat er sprake was van een zeer ernstig feit waarbij het slachtoffer was overleden. Hoewel de raadsman persoonlijke omstandigheden van de verdachte naar voren had gebracht, oordeelde het hof dat deze omstandigheden onvoldoende onderbouwd waren in het dossier.

Uiteindelijk heeft het hof het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen, omdat het belang van de verdachte niet opwoog tegen de maatschappelijke veiligheid. De beschikking van de rechtbank werd bevestigd, en het hof wees het beroep tegen de bestreden beschikking af. Deze beslissing werd genomen in raadkamer, waarbij de voorzitter en de raadsheren aanwezig waren, en de griffier K.D.M. de Lange de beschikking opmaakte. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

15/800050-15
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Dominicaanse Republiek) op [geboortedag] 1978,
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring Zwaag te Zwaag,
tegen de beschikking van de rechtbank te Noord-Holland, locatie Alkmaar van 11 februari 2015, houdende bevel tot zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank te Noord-Holland, locatie Alkmaar van 13 februari 2015, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. M. van der Himst.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust.
Met betrekking tot het door de verdachte mondeling gedane verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis geldt dat dit verzoek moet worden afgewezen. Bij een schorsingsverzoek dient het belang van de verdachte bij zijn invrijheidstelling te worden afgewogen tegen de gewichtige redenen van maatschappelijke veiligheid die in het bevel tot zijn gevangenhouding zijn aangewezen. Het hof overweegt daartoe dat er sprake is van een zeer ernstig feit waarbij het slachtoffer is komen te overlijden. Door de raadsman zijn weliswaar persoonlijke omstandigheden aangevoerd maar de door de raadsman aangevoerde omstandigheden waaronder het feit zou zijn gepleegd blijken bij de huidige stand van het onderzoek onvoldoende uit het dossier. Derhalve weegt het belang van de verdachte bij zijn invrijheidstelling niet op tegen de gewichtige redenen van maatschappelijke veiligheid die in het bevel tot zijn gevangenhouding zijn aangewezen.

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking.
WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Deze beschikking is gegeven op 11 maart 2015 in raadkamer van dit hof door
mr. M.J.G.B. Heutink, voorzitter,
mrs. D. Radder en F.W. van Lottum, raadsheren,
in tegenwoordigheid van K.D.M. de Lange als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 11 maart 2015,
de advocaat-generaal