ECLI:NL:GHAMS:2015:5780

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
4 februari 2015
Publicatiedatum
19 juli 2016
Zaaknummer
15/800607-14
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen verlenging gevangenhouding en recidivegevaar

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in 1973 en thans verblijvende in het huis van bewaring te Zwaag, had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, die op 14 januari 2015 een bevel tot verlenging van zijn gevangenhouding had gegeven. De verdachte stelde dat hij bereid was om mee te werken aan hulpverlening, maar het hof oordeelde dat deze enkele stelling onvoldoende was om aan te nemen dat het recidivegevaar niet meer aanwezig was. Het hof heeft de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman, gehoord en heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder de beschikking waarvan beroep.

Het hof heeft zich verenigd met de beschikking van de rechtbank en de gronden waarop deze berust. Het hof concludeerde dat er geen aanleiding was om aan te nemen dat het recidivegevaar kon worden ingeperkt door een andere maatregel dan voorlopige hechtenis. Ook werd vastgesteld dat er geen omstandigheden aanwezig waren die een andere beslissing rechtvaardigden, zoals bedoeld in artikel 67a lid 3 van het Wetboek van Strafvordering. De argumenten van de raadsman werden niet als relevant beschouwd voor de beoordeling in het kader van dit hoger beroep.

Uiteindelijk heeft het hof het beroep tegen de bestreden beschikking afgewezen. Deze beslissing werd genomen in raadkamer en is op 4 februari 2015 gegeven door de voorzitter en twee raadsheren, in aanwezigheid van de griffier. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

15/800612-14
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1973,
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring Zwaag te Zwaag,
tegen de beschikking van de rechtbank te Noord-Holland, locatie Alkmaar van 14 januari 2015, houdende bevel tot verlenging van de geldigheidsduur van zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank te Noord-Holland, locatie Alkmaar van 15 januari 2015, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft kennis genomen van de stukken die betrekking hebben op de voorlopige hechtenis van de verdachte, waaronder de beschikking waarvan beroep. Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. [naam].

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust.
In de enkele stelling van de verdachte dat hij nu wel bereid is om mee te werken aan hulpverlening ziet het hof geen aanleiding om aan te nemen dat niet onverminderd recidivegevaar aanwezig is en dat het recidivegevaar kan worden ingeperkt door een andere maatregel dan voorlopige hechtenis. Voorts is het hof van oordeel dat een omstandigheid als bedoeld in art. 67a lid 3 Sv zich thans niet voor doet.
Hetgeen de raadsman overigens heeft aangevoerd leent zich niet voor bespreking in het kader van dit hoger beroep.

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking.
Deze beschikking is gegeven op 4 februari 2015 in raadkamer van dit hof door
mr. M.J.G.B. Heutink, voorzitter,
mrs. L.I.M. van Bergen en R. Kuiper, raadsheren,
in tegenwoordigheid van K.D.M. de Lange als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 4 februari 2015,
de advocaat-generaal