ECLI:NL:GHAMS:2015:5777
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- M.J.G.B. Heutink
- M.R. Cox
- H.A. Marquart Scholtz
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beschikking voorlopige hechtenis en afwijzing beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 april 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 23 maart 2015, waarin een bevel tot gevangenhouding was gegeven. De verdachte, geboren in 1995, had hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Het hof heeft kennisgenomen van de akte van de griffier van de rechtbank en de stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis van de verdachte. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M. Ketting, gehoord.
Het hof heeft de beschikking van de rechtbank in zijn geheel beoordeeld en is van mening dat de gronden waarop de beschikking berust, juist zijn. Het hof heeft vastgesteld dat er geen omstandigheden zijn die een schorsing van de voorlopige hechtenis rechtvaardigen, zoals bedoeld in artikel 67a lid 3 van het Wetboek van Strafvordering. De enkele omstandigheid dat de verdachte een enkelband heeft gekregen, maakt niet dat de geschorste voorlopige hechtenis als hechtenis moet worden beschouwd.
De beslissing van het hof was om het beroep tegen de bestreden beschikking af te wijzen. Deze beschikking is gegeven in raadkamer en is ondertekend door de voorzitter en de raadsheren. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht, waarmee de procedure is afgerond.