ECLI:NL:GHAMS:2015:5753

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 oktober 2015
Publicatiedatum
12 april 2016
Zaaknummer
13/654195-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van voorlopige hechtenis in verband met bijzondere persoonlijke omstandigheden

In de zaak met nummer 13/654195-15 heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 oktober 2015 in raadkamer uitspraak gedaan over het hoger beroep van de verdachte tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 7 september 2015, die een bevel tot gevangenhouding inhield. De verdachte, geboren in 1971 en thans verblijvende in het huis van bewaring Het Schouw te Amsterdam, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder een reclasseringsrapport van 12 oktober 2015 en medische informatie over de moeder van de verdachte. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman P. Jeeninga, gehoord. Op 30 september 2015 heeft het hof al geoordeeld dat er voldoende ernstige bezwaren waren voor de inbewaringstelling, maar het schorsingsverzoek werd aangehouden tot de raadkamerbehandeling op 14 oktober 2015.

Het hof heeft in zijn beoordeling bijzondere persoonlijke omstandigheden vastgesteld, zoals vermeld in de beschikking van 30 september 2015. Deze omstandigheden zijn gerelateerd aan de gezondheid van de moeder van de verdachte, die terminaal ziek is. Het hof heeft besloten om de voorlopige hechtenis van de verdachte te schorsen onder bepaalde voorwaarden, maar heeft de voorgestelde mogelijkheid tot klinische opname voor maximaal 7 weken niet opgenomen in de beslissing. Dit omdat de schorsing ook bedoeld is om de verdachte in staat te stellen tijd met zijn moeder door te brengen.

De beslissing van het hof houdt in dat het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte wordt geschorst met ingang van 15 oktober 2015, 9.00 uur, tot aan de inhoudelijke behandeling van zijn zaak. Deze beschikking is gegeven in raadkamer door de voorzitter en de raadsheren, in aanwezigheid van de griffier. De advocaat-generaal is verantwoordelijk voor het ter kennis brengen van deze beschikking aan de verdachte.

Uitspraak

13/654195-15
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1971,
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring Het Schouw te Amsterdam,
tegen de beschikking van de rechtbank te Amsterdam van 7 september 2015, voor zover houdende bevel tot zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank te Amsterdam van 9 september 2015, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman P. Jeeninga.
Bij beschikking van 30 september 2015 heeft het hof geoordeeld dat het sprake is van voldoende ernstige bezwaren ten aanzien van de op de vordering inbewaringstelling vermelde feiten en het beroep tegen de bestreden beschikking, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, afgewezen.
Voorts heeft het hof de beslissing met betrekking tot het mondeling gedane schorsingsverzoek aangehouden tot de raadkamerbehandeling van 14 oktober 2015.

De beoordeling

Gelet op de inhoud van het reclasseringsrapport van 12 oktober 2015 en de medische informatie met betrekking tot de moeder van de verdachte, acht het hof zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden, als bedoeld in de beschikking van 30 september 2015, aanwezig. Het hof zal daarom de voorlopige hechtenis van de verdachte onder de door de reclassering voorgestelde voorwaarden schorsen. Het hof zal daarbij echter niet de voorgestelde mogelijkheid tot klinische opname voor de duur van maximaal 7 weken opnemen. Het opleggen van die voorwaarde verdraagt zich niet met het feit dat de voorlopige hechtenis mede wordt geschorst om de verdachte in de gelegenheid te stellen tijd met zijn terminaal zieke moeder door te brengen.

De beslissing

Het hof:
SCHORST het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van donderdag
15 oktober 2015, 9.00 uur, tot aan de inhoudelijke behandeling van zijn zaak, welke beslissing afzonderlijk zal worden geminuteerd.
Deze beschikking is gegeven op 14 oktober 2015 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma , voorzitter,
mrs. M.W. Groenendijk en T. de Bont, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.A.M. Borg als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 14 oktober 2015,
de advocaat-generaal
13/654195-15
[....]
[....]

[....]

[....]

[....]
[....]