ECLI:NL:GHAMS:2015:5747

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 oktober 2015
Publicatiedatum
12 april 2016
Zaaknummer
15/830184-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen bevel gevangenhouding met recidivegrond

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een bevel tot gevangenhouding van de verdachte, die op 15 oktober 2015 in raadkamer door het Gerechtshof Amsterdam werd behandeld. De verdachte, geboren in 1987 en thans verblijvende in het Huis van Bewaring Roermond, had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, van 23 september 2015. Het hof heeft kennisgenomen van de akte van de griffier en de stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis van de verdachte. Tijdens de zitting zijn zowel de advocaat-generaal als de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.C. Huisman, gehoord.

Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. Het hof concludeert dat er geen ernstige bezwaren zijn ten aanzien van het eerste cumulatief/alternatief op de vordering inbewaringstelling, waardoor de twaalfjaarsgrond komt te vervallen. Echter, het hof acht voldoende ernstige bezwaren aanwezig met betrekking tot de overige feiten. De grote recidivegrond is aanwezig, gebaseerd op de verklaring van de verdachte over het schietincident en het feit dat hij zonder vergunning een wapen en munitie in zijn bezit had. Bovendien is het onderliggende conflict niet opgelost en betreft het een conflict in een kleine gemeenschap.

Het verzoek van de verdachte tot schorsing van de voorlopige hechtenis is afgewezen. Het hof is van mening dat de kans op recidive te groot is en is onvoldoende overtuigd van de absolute onmisbaarheid van de verdachte in zijn bedrijf. Het aanbieden van een borgsom of schadevergoeding door de verdediging doet hier niet aan af.

De beslissing van het hof is dat het beroep tegen de bestreden beschikking wordt afgewezen, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis. Deze beschikking is gegeven op 15 oktober 2015 in raadkamer door de voorzitter en de raadsheren, in tegenwoordigheid van de griffier. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

15/860184-15
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1987,
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring Huis van Bewaring Roermond te Roermond,
tegen de beschikking van de rechtbank te Noord-Holland, locatie Alkmaar van 23 september 2015, voor zover houdende bevel tot zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank te Noord-Holland, locatie Alkmaar van 24 september 2015, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. A.C. Huisman.

De beoordeling

Met de raadsman acht het hof geen ernstige bezwaren aanwezig ten aanzien van het onder 1, eerste cumulatief/alternatief op de vordering inbewaringstelling vermelde feit.
Dit betekent dat de twaalfjaarsgrond komt te vervallen. Ten aanzien van de overige feiten acht het hof voldoende ernstige bezwaren aanwezig.
Het hof acht wel de zogeheten grote recidivegrond aanwezig en baseert dit op de verklaring van de verdachte zelf zoals hij die heeft afgelegd op 16 september 2015, onder meer inhoudende hoe hij tot het schietincident is gekomen en de omstandigheid dat de verdachte kennelijk zonder vergunning een wapen met daarbij passende munitie zomaar thuis direct voorhanden had en ten slotte de omstandigheid dat het onderliggende conflict kennelijk niet is opgelost en het gaat om een conflict in een kleine en besloten gemeenschap.
Met betrekking tot het door de verdachte mondeling gedane verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis geldt dat dit verzoek moet worden afgewezen, gelet op hetgeen hiervoor ten aanzien van de kans op recidive is overwogen, nog daargelaten dat het hof onvoldoende overtuigd is van de absolute onmisbaarheid van de verdachte in het bedrijf. Het aanbieden van een borgsom en/of het betalen van schadevergoeding en overige door de verdediging genoemde voorwaarden doen hier niet aan af.
15/860184-15

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Deze beschikking is gegeven op 15 oktober 2015 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. M.W. Groenendijk en T. de Bont, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.A.M. Borg als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 15 oktober 2015,
de advocaat-generaal