ECLI:NL:GHAMS:2015:5746
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van voorlopige hechtenis en verzoek tot schorsing in drugszaken
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 oktober 2015 in raadkamer uitspraak gedaan over de voorlopige hechtenis van de verdachte, geboren in Puerto Rico en thans verblijvende in het huis van bewaring Ter Peel te Evertsoord. De verdachte was in hoger beroep gegaan tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Schiphol, die op 23 september 2015 een bevel tot gevangenhouding had gegeven. Het hof heeft kennisgenomen van de akte van de griffier van de rechtbank en de stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door haar raadsman mr. J.W. Spanjer, gehoord.
Het hof heeft vastgesteld dat in de koffer van de verdachte cocaïne is aangetroffen. Gezien de verklaring van de verdachte over de herkomst van de koffer, oordeelt het hof dat er voldoende ernstige bezwaren zijn voor het feit waarvoor de verdachte wordt verdacht. Het hof is van mening dat er sprake is van een geschokte rechtsorde, aangezien de verdenking betrekking heeft op de invoer van verdovende middelen op een internationale luchthaven.
Met betrekking tot het vluchtgevaar heeft het hof overwogen dat er gronden zijn om te vrezen dat de verdachte zich aan berechting in Nederland zal onttrekken, gezien het feit dat zij geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland heeft en haar sociaal leven zich op Curaçao afspeelt. De omstandigheden dat de verdachte mogelijk bij een neef in Anna Paulowna zou kunnen verblijven en bereid is haar paspoort in te leveren, leiden niet tot een ander oordeel. Het hof heeft ook het verzoek van de verdachte tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen, omdat er geen bijzondere persoonlijke omstandigheden zijn aangetoond die een schorsing rechtvaardigen. De verdachte had weliswaar gesteld dat haar zoon in coma ligt, maar er was geen objectieve bevestiging van deze situatie.
Uiteindelijk heeft het hof het beroep tegen de bestreden beschikking afgewezen, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis. Deze beschikking is gegeven in raadkamer op 15 oktober 2015.