Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
kunnenweten dan dat de motor nog maar 400 draaiuren had”. Dit verweer faalt. De mededelingen van [appellant] aan [geïntimeerde] op 8 augustus 2013 “Helaas niet die software is niet te betalen” (in reactie op de vraag “heb jij ook het apparatuur om hem uit te lezen?”) en op 18 augustus 2013 (in reactie op de vraag “hoeveel draai uren heeft de motor?”) “400 draaiuren, dat ik op het klokje zag” acht het hof onvoldoende om te kunnen aannemen dat [appellant] [geïntimeerde] met de vereiste duidelijkheid heeft meegedeeld dat bij hem twijfel bestond omtrent de juistheid van het aantal draaiuren en dat [appellant] het aldus aan [geïntimeerde] overliet of deze daaromtrent nader onderzoek wenste te (laten) doen. Evenmin kan op grond van de stellingen van [appellant] worden aangenomen dat de prijs van € 8.000,- een omstandigheid oplevert in verband waarmee de dwaling voor rekening van [geïntimeerde] behoort te blijven.
4.Beslissing
dinsdag 19 januari 2016voor opgave van verhinderdata aan weerszijden in de periode februari t/m april 2016;