ECLI:NL:GHAMS:2015:5317

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
18 december 2015
Publicatiedatum
22 december 2015
Zaaknummer
23-003785-14
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake vervalsing van een paspoort

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 18 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlemmermeer, van 25 september 2014. De verdachte, geboren in Turkije in 1986 en thans zonder bekende woon- of verblijfplaats, was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 maanden voor het vervalsen van een paspoort. De verdachte had bij een grenscontrole op Schiphol een paspoort aangeboden waarin de data van de in- en uitreisstempels onleesbaar waren gemaakt, waardoor deze stempelafdrukken niet langer controleerbaar waren. Dit gedrag schond het vertrouwen in de juistheid en authenticiteit van overheidsdocumenten.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar de opgelegde straf vernietigd. De advocaat-generaal had dezelfde straf gevorderd als in eerste aanleg, maar het hof oordeelde dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet passend was gezien de aard van de vervalsing en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. In plaats daarvan werd een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden opgelegd, met de bepaling dat deze niet ten uitvoer zal worden gelegd tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.

Daarnaast heeft het hof bepaald dat de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de opgelegde gevangenisstraf. Ook is er een bevel tot onttrekking aan het verkeer gegeven voor het in beslag genomen Turks paspoort van de verdachte. Het hof bevestigde het vonnis voor het overige.

Uitspraak

parketnummer: 23-003785-14
datum uitspraak: 18 december 2015
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlemmermeer, van 25 september 2014 in de strafzaak onder parketnummer 15-820883-14 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Turkije) op [geboortedag] 1986,
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 4 december 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen behalve ten aanzien van de straf. In zoverre zal het vonnis worden vernietigd.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft bij een grenscontrole op Schiphol een paspoort aangeboden waarin op verschillende pagina’s de data van de in- en uitreisstempels onleesbaar zijn gemaakt, waardoor deze stempelafdrukken niet langer controleerbaar waren. Hiermee heeft de verdachte het vertrouwen geschonden dat in het internationaal personenverkeer in de juistheid en authenticiteit van van overheidswege verstrekte reis- en identiteitsdocumenten moet kunnen worden gesteld. Het hof rekent dit de verdachte aan.
Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, zoals door de advocaat-generaal gevorderd, acht het hof gelet op de aard van de vervalsing en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte niet passend. Het hof zal hierom, alles afwegende, een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee maanden opleggen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c en 231 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de straf en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: een nationaal Turks paspoort op naam van de verdachte met documentnummer: U07804644.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. E.N. van der Spoel, mr. H.M.J. Quaedvlieg en mr. S.J. Riem, in tegenwoordigheid van mr. A.S. Metgod, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 18 december 2015.