In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in een bouwgeschil tussen appellanten en Bouwbedrijf [X] B.V. Appellanten, die een verbouwing van hun woning hadden laten uitvoeren door [X], kwamen in hoger beroep van een vonnis waarin de kantonrechter zich bevoegd verklaarde om van het geschil kennis te nemen. Appellanten stelden dat de kantonrechter onbevoegd was, omdat er een arbitraal beding was opgenomen in de Uniforme Administratieve Voorwaarden (UAV) 2012, die van toepassing zouden zijn op hun overeenkomst met [X]. De kantonrechter had echter geoordeeld dat de verwijzing naar de UAV in de technische omschrijving van de architect niet voldoende was om de toepasselijkheid van deze voorwaarden op de overeenkomst vast te stellen. Het hof bevestigde deze beslissing en oordeelde dat de kantonrechter bevoegd was. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en verwees de zaak terug naar de kantonrechter voor verdere behandeling. Appellanten werden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.