ECLI:NL:GHAMS:2015:5018

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 december 2015
Publicatiedatum
7 december 2015
Zaaknummer
200.162.065/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit bij koop/verkoop van een auto als gevolg van onjuiste km-stand

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, waarbij de kantonrechter de koopovereenkomst tussen de partijen heeft ontbonden op grond van non-conformiteit, zoals geregeld in artikel 7:17 van het Burgerlijk Wetboek. De appellante, [appellante], heeft in hoger beroep gesteld dat zij de koopovereenkomst niet heeft gesloten met de geïntimeerde, [geïntimeerde], maar met een derde partij, [A]. Het hof heeft echter vastgesteld dat de koopovereenkomst door [geïntimeerde] is ondertekend en dat de vermelding van [A] in de overeenkomst niet betekent dat hij de koper was. De kantonrechter had geoordeeld dat de kilometerstand van de auto onjuist was weergegeven, met ongeveer 75.000 km meer gereden dan op de teller stond. De appellante had dit niet voldoende duidelijk aan de geïntimeerde gemeld, wat haar als professionele verkoper verweten kon worden. Het hof heeft de grieven van de appellante verworpen en de beslissing van de kantonrechter gedeeltelijk vernietigd, waarbij het bedrag dat de appellante aan de geïntimeerde moest betalen is verlaagd. De kosten van het hoger beroep zijn voor rekening van de appellante, die als de overwegend in het ongelijk gestelde partij is aangemerkt.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.162.065/01
zaaknummer rechtbank Noord-Holland: 2984496/CV EXPL 14-1580
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 1 december 2015
inzake
[appellante],
wonende te [woonplaats] ,
appellante,
advocaat: mr. F.W. Huizinga te Haarlem,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. M.G. Spijker te Gennep.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna [appellante] en [geïntimeerde] genoemd.
[appellante] is bij dagvaarding van 24 december 2014 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland (hierna: de kantonrechter) van 8 oktober 2014, onder bovenvermeld zaaknummer gewezen tussen [geïntimeerde] als eiser en [appellante] als gedaagde.
Bij arrest van 3 februari 2015 heeft het hof in deze zaak een comparitie van partijen bevolen. Deze comparitie is gehouden op 2 april 2015.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven, met producties;
- memorie van antwoord, met productie.
Ten slotte is arrest gevraagd.
[appellante] heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en alsnog de vordering van [geïntimeerde] zal afwijzen, met beslissing over de proceskosten.
[geïntimeerde] heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis, met - uitvoerbaar bij voorraad - beslissing over de proceskosten.
[geïntimeerde] heeft in hoger beroep bewijs van zijn stellingen aangeboden.

2.Feiten

De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis onder 1.1 t/m 1.3 de feiten vastgesteld die hij tot uitgangspunt heeft genomen. In grief 1 bestrijdt [appellante] dat zij de koopovereenkomst heeft gesloten met [geïntimeerde] , zoals vermeld onder 1.1. Voor het overige zijn deze feiten in hoger beroep niet in geschil en dienen zij derhalve ook het hof als uitgangspunt.

3.Beoordeling

3.1.
In het bestreden vonnis heeft de kantonrechter als vaststaand aangenomen dat [geïntimeerde] van [appellante] op 8 november 2012 een auto heeft gekocht van het merk [merk] , type [type] (hierna: de auto) voor de koopprijs van € 12.500,-, waarbij [geïntimeerde] een auto heeft ingeruild tegen een waarde van € 10.000,- en de resterende € 2.500,- heeft bijbetaald.
3.2.
In grief 1 betoogt [appellante] dat de koopovereenkomst niet is gesloten met [geïntimeerde] maar met [A] (hierna: [A] ). Deze grief faalt. Het is waar dat in de schriftelijke koopovereenkomst bij de naam van de koper [A] is vermeld. Voor het hof weegt echter zwaarder dat, zoals [geïntimeerde] ter comparitie in eerste aanleg heeft verklaard en [appellante] daar heeft erkend, niet [A] maar [geïntimeerde] de koopovereenkomst heeft ondertekend. De ondertekening door [geïntimeerde] is niet goed verklaarbaar indien het de bedoeling was dat niet [geïntimeerde] maar [A] als koper van de auto zou hebben te gelden. De vermelding van [A] op de koopovereenkomst valt te verklaren doordat, zoals [geïntimeerde] heeft gesteld, [geïntimeerde] en [A] het voornemen hadden dat [A] de auto van [geïntimeerde] zou kopen.
3.3.
Op vordering van [geïntimeerde] heeft de kantonrechter de tussen partijen gesloten koopovereenkomst op de voet van artikel 7:17 BW ontbonden en [appellante] veroordeeld aan [geïntimeerde] te betalen een bedrag van € 10.000,- met wettelijke rente. De kantonrechter heeft overwogen - samengevat - dat niet in geschil was dat met de auto ongeveer 75.000 km meer was gereden dan op de kilometerteller stond vermeld ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst, dat [appellante] het feit dat de zichtbare kilometerstand te laag was niet met de vereiste duidelijkheid aan [geïntimeerde] heeft gemeld, waar dit van haar als professionele verkoper wel verwacht had mogen worden en dat de omstandigheid dat in de koopovereenkomst de handgeschreven tekst “onlogisch” achter de tekst “km-stand” is opgenomen dat niet anders maakt. Met betrekking tot de ongedaanmakingsverbintenis van [geïntimeerde] heeft de kantonrechter overwogen - samengevat - dat [geïntimeerde] niet had betwist dat sprake was van waardevermindering van de auto en dat deze in redelijkheid wordt vastgesteld op € 2.500,-.
3.4.
In grief 2 betoogt [appellante] dat [geïntimeerde] erop gewezen is dat sprake was van een onlogische kilometerstand en dat dit ook uitdrukkelijk op de koopovereenkomst is gemeld.
3.5.
Het hof overweegt als volgt. Partijen verschillen van mening over hetgeen voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst omtrent de kilometerstand is meegedeeld van de zijde van [appellante] . Overeenkomstig het verweer van [appellante] zal het hof er van uitgaan dat is meegedeeld dat de kilometerstand onlogisch was. Het hof stelt vast dat [appellante] in dit geding op geen enkele wijze uit de doeken heeft gedaan waarom de op de kilometerteller vermelde kilometerstand onlogisch was. Zij heeft evenmin in haar verweer naar voren gebracht dat zij destijds, voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst, aan [geïntimeerde] heeft meegedeeld waarop haar conclusie berustte dat de op de teller zichtbare kilometerstand onlogisch was. Onder deze omstandigheden kan niet worden aanvaard dat zij met de door haar gestelde mededeling [geïntimeerde] voldoende heeft gewaarschuwd, in die zin dat van de onderhavige auto (met een aantal gereden kilometers dat ongeveer 75.000 hoger was dat het op de kilometerteller vermelde aantal) kan worden gezegd dat deze aan de overeenkomst beantwoordde. Het verweer van [appellante] moet daarom als onvoldoende gemotiveerd worden verworpen. [appellante] heeft nog aangevoerd dat [geïntimeerde] kennelijk kort na het sluiten van de koopovereenkomst van een [merk] dealer de juiste kilometerstand had vernomen en dat op dat moment de koop reeds had kunnen worden ontbonden en de wederzijdse prestaties ongedaan hadden kunnen worden gemaakt. Deze omstandigheid is voor de beoordeling van de door [geïntimeerde] gestelde tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst echter zonder belang en kan daarom verder onbesproken blijven. Grief 2 faalt.
3.6.
In grief 3 klaagt [appellante] dat [A] de auto op 26 november 2014 heeft verkocht, dat ongedaanmaking in zoverre niet meer mogelijk is, maar [appellante] ingevolge het vonnis wel gehouden is € 10.000,- met rente en kosten te betalen.
3.7.
[geïntimeerde] erkent dat hij niet meer kan voldoen aan zijn ongedaanmakingsverplichting en dat de rechter op die grond schadevergoeding kan toekennen.
3.8.
Tussen partijen is, naar het hof begrijpt, niet in geschil dat de inruilwaarde van de auto ten tijde van de verkoop (door [A] ), kort na de uitspraak van het bestreden vonnis, inmiddels was gezakt tot € 4.639,- minus € 500,- in verband met de afkoop van aansprakelijkheid wegens een onjuiste kilometerstand op de teller, derhalve tot € 4.139,-. Evenmin hebben partijen betwist dat de verminderde waarde van de auto door gebruik (als door de kantonrechter geschat) € 2.500,- bedraagt. Met het oog op een doelmatige oplossing en bij ontbreken van verdere aanknopingspunten zal het hof het laatstgenoemde bedrag alsmede de hiervoor genoemde inruilwaarde in mindering brengen op het door [appellante] te betalen bedrag van € 12.500,-. [appellante] zal derhalve, met vernietiging in zoverre van het vonnis, worden veroordeeld tot betaling aan [geïntimeerde] van € 5.861,-. Grief 3 slaagt in zoverre.
3.9.
De gedeeltelijke vernietiging van het vonnis laat onverlet dat [appellante] in beide instanties als de overwegend in het ongelijk gestelde partij moet worden aangemerkt, zodat [appellante] ook de kosten van het hoger beroep moet dragen.

4.Beslissing

Het hof:
vernietigt het bestreden vonnis doch uitsluitend voor zover [appellante] daarbij tot betaling aan [geïntimeerde] van een hoger bedrag is veroordeeld dan € 5.861,-;
in zoverre opnieuw rechtdoende: wijst de vordering af;
bekrachtigt het vonnis voor het overige;
veroordeelt [appellante] in de kosten van het hoger beroep en begroot deze kosten tot aan deze uitspraak aan de zijde van [geïntimeerde] op € 308,- wegens verschotten en op € 1.788,- wegens salaris;
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. D. Kingma, C.M. Aarts en R.J.F. Thiessen en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 1 december 2015.