ECLI:NL:GHAMS:2015:4929

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 november 2015
Publicatiedatum
27 november 2015
Zaaknummer
200.177.031/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van verwijzingsarrest in hoger beroep met betrekking tot civiele rechtszaak

In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een vervolg op een eerder arrest van 13 oktober 2015. In dat arrest werd de zaak ter verdere behandeling en beslissing verwezen naar het gerechtshof 's-Hertogenbosch. Appellant heeft op 16 oktober 2015 verzocht om herziening van dit arrest en om de verwijzing ongedaan te maken, of in ieder geval om de zaak te verwijzen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De geïntimeerden hebben op dit verzoek gereageerd, waarbij geïntimeerde sub 1 concludeerde dat appellant niet in zijn verzoek kan worden ontvangen, terwijl geïntimeerde sub 2 zich refereerde aan het oordeel van het hof. Het hof heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het verwijzingsarrest van 13 oktober 2015 geen kennelijke fout bevat die eenvoudig te herstellen is. Het hof ziet ook geen reden om terug te komen op de beslissing tot verwijzing naar het gerechtshof 's-Hertogenbosch. Het verzoek van appellant wordt dan ook afgewezen.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.177.031/01
zaak-/rolnummer rechtbank Amsterdam : C/13/461948 / HA ZA 10-1929
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 24 november 2015
inzake
[APPELLANT],
wonend te [woonplaats],
appellant,
advocaat: mr. A.C.M. Verhoeven te Rotterdam,
tegen

1.[GEÏNTIMEERDE],

wonend te [woonplaats],
advocaat: mr. A.R.J. Croiset van Uchelen te Amsterdam,
2. de publiekrechtelijke rechtspersoon
DE STAAT DER NEDERLANDEN,
advocaat: mr. G.J.H. Houtzagers te Den Haag,
geïntimeerden.

1.Het geding in hoger beroep

Het hof heeft in deze zaak op 13 oktober 2015 een arrest uitgesproken, waarnaar het hof verwijst. Bij dit arrest is de onderhavige zaak ter verdere behandeling en beslissing verwezen naar het gerechtshof ’s-Hertogenbosch.
Appellant heeft bij brief van 16 oktober 2015, met bijlagen, het hof verzocht het arrest van 13 oktober 2015 te herzien en de verwijzing ongedaan te maken, althans de zaak volgens de normale verwijzingsregels te verwijzen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Geïntimeerden zijn door het hof in de gelegenheid gesteld om zich over dit verzoek uit te laten.
Geïntimeerde sub 1 heeft bij brief van 9 november 2015, met bijlagen, gereageerd en geconcludeerd dat appellant niet in zijn verzoek kan worden ontvangen, althans dat dit moet worden afgewezen.
Bij faxbericht van 9 november 2015 heeft geïntimeerde sub 2 zich gerefereerd aan het oordeel van het hof.
Vervolgens zijn van de zijde van appellant nog een brief van 10 november 2015 en een faxbericht van 11 november 2015 bij het hof binnengekomen.
In reactie daarop zijn van de zijde van geïntimeerde sub 1 een faxbericht van 10 november 2015 en een faxbericht van 13 november 2015 bij het hof binnengekomen.
Arrest is bepaald op heden.

2.Beoordeling

2.1.
Anders dan appellant betoogt, bevat het verwijzingsarrest van 13 oktober 2015 naar het oordeel van het hof geen kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent. Herstel op grond van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, zoals door appellant wordt bepleit, kan dan ook niet worden toegewezen.
2.2.
Ook overigens ziet het hof geen reden om terug te komen van de beslissing tot verwijzing van de zaak naar het gerechtshof ’s-Hertogenbosch. Hetgeen appellant heeft aangevoerd kan niet tot een andere beslissing leiden. Dit betekent dat het verzoek van appellant zal worden afgewezen.

3.Beslissing

Het hof:
wijst het verzoek van appellant af.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.W. Hoekzema, J.C.W. Rang en C.C. Meijer en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 24 november 2015.