Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde sub 1] ,
[geïmtimeerde sub 2],
[geïntimeerde sub 3],
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Beste Collega, Een aantal onder u hebben bericht van Nationale Nederlanden ontvangen met de mededeling dat er achterstanden zijn. Zoals je weet is het bij de pensioenfondsen ook geen luxe meer en trekken zij de touwtjes strakker aan. Op financieel gebied “bewaken” wij de liquiditeit nauwgezet en hebben in het nabije verleden afdoende maatregelen getroffen teneinde aan onze verplichtingen, waaronder de afdrachten aan het pensioenfonds, te kunnen voldoen. De liquiditeitsprognose heeft geen rekening kunnen houden met het wegblijven van bedragen bij het afrekenen van met name [Y] . Deze grove wanbetaling hebben wij moeten accepteren teneinde het groene laken te voorkomen. Dit gegeven is verergerd door het uitblijven van betalingen van een andere grote debiteur. De verwachting is dat wij ondanks bovenstaande “verstoringen” de achterstanden in afdrachten binnenkort zullen zijn weggewerkt waartoe en waarna wij je zullen berichten.” [geïntimeerde sub 3] heeft aan [A] , dochter van [appellant] (verder: [A] ) en werkzaam bij ASV, op 20 april 2009 en 5 mei 2009 verzocht hem te informeren naar de stand van zaken. [A] mailde hem op 5 mei 2009: “
We zijn er mee bezig.”[geïntimeerde sub 3] vroeg op 3 en 10 juni 2009 aan [A] een bevestiging dat het geregeld is. Op 10 augustus 2009 herinnerde [geïntimeerde sub 3] [appellant] en [A] aan zijn eerder gestelde vragen over de pensioenpremieafdracht, waarop [appellant] [geïntimeerde sub 3] op 12 augustus 2009 antwoordde: “
Er is geen wijziging opgetreden in onze financiële situatie zodat er nog geen voldoende afdrachten hebben plaats gevonden. Wel hebben we een schrijven van NN waarin ze mededelen geduld uit te oefenen en er geen sancties volgen. Heb geduld, komt goed.”.
3.Beoordeling
aan [geïntimeerde sub 1] tijdens vergaderingen van het managementteam – in het bijzijn van [A] - door [appellant] (is) meegedeeld dat de pensioenregeling met [geïntimeerde sub 1] wordt beëindigd door de financiële problemen en weer zal worden hervat nadat die problemen voorbij zouden zijn”. [geïntimeerde sub 1] heeft dit weersproken. Vast staat dat ASV op het salaris van [geïntimeerde sub 1] genoemde pensioenpremies is blijven inhouden. [appellant] heeft in eerste aanleg, naar hij aanvoert, vanuit kostenoverwegingen afgezien van het aanbieden van bewijs op dit punt. Thans wordt een bewijsaanbod gedaan, echter zonder dat daarbij uit de doeken is gedaan bij welke vergadering en dus op welk moment genoemde mededeling zou zijn gedaan. Tevens ontbreekt een toelichting waarom een dergelijke mededeling tijdens een vergadering in het licht van het blijven inhouden van de pensioenpremies kan worden gezien als een inkennisstelling zoals lid 2 van artikel 11 van de pensioenovereenkomst vereist. Het bewijsaanbod is daarmee onvoldoende specifiek en zal daarom worden gepasseerd. De grief faalt.
grief Vaan dat [geïntimeerden] hun schade hadden kunnen en moeten beperken door, na op de hoogte te zijn gesteld van de premieachterstand, ontslag te nemen of zich particulier voor pensioenopbouw te verzekeren. Het hof oordeelt als volgt. Van [geïntimeerden] kon niet worden verwacht de al op hun loon ingehouden premies nogmaals te betalen. Bovendien werden zij pas, zoals hierboven is overwogen, in maart 2009 van de premie betalingsachterstand op de hoogte gebracht, zodat [geïntimeerden] geen aanleiding hadden voor dat moment enigerlei maatregel te treffen. [appellant] stelt dat [geïntimeerden] met een voortijdig faillissement en daarmee ontslag nog slechter af waren geweest dan thans het geval is. [appellant] heeft die stelling niet nader onderbouwd. Voorts memoreert het hof dat [appellant] [geïntimeerden] vanaf maart 2009 juist geruststelde met de mededeling dat het met de premiebetalingen wel goed zou komen. Onder deze omstandigheden kan aan [geïntimeerden] niet met vrucht worden tegengeworpen dat zij eerder dan door het faillissement zelf ontslag hadden moeten nemen. De grief faalt.