ECLI:NL:GHAMS:2015:4901

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 oktober 2015
Publicatiedatum
26 november 2015
Zaaknummer
23-004522-11
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake kinderpornografie met betrekking tot afbeeldingen van minderjarigen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1960, werd beschuldigd van het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal, waaronder afbeeldingen en films waarop jongens zichtbaar zijn die kennelijk jonger zijn dan 18 jaar. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waaronder het in de mond nemen van de penis van een volwassen man door een jongen en het anaal penetreren van een jongen door een volwassen man. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 december 2008 tot en met 12 maart 2009 een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van deze misdrijven, zoals omschreven in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht. Tijdens de zittingen in hoger beroep op 30 januari en 5 oktober 2015 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging gehoord. De advocaat-generaal stelde dat de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen zijn, terwijl de verdediging betoogde dat er onvoldoende bewijs was om de leeftijd van de afgebeelde jongens vast te stellen. Het hof oordeelde dat de eigen waarneming van de afgebeelde jongens, in combinatie met de verklaringen van de verbalisanten, voldoende was om te concluderen dat de jongens kennelijk jonger waren dan 18 jaar. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en legde de verdachte een taakstraf van 160 uur op, alsmede een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden. De verdachte werd ook veroordeeld tot onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen harde schijf.

Uitspraak

parketnummer: 23-004522-11
datum uitspraak: 19 oktober 2015
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 18 oktober 2011 in de strafzaak onder parketnummer 13/400837-09 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1960,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 30 januari 2015 en 5 oktober 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1:
hij in of omstreeks de periode 1 februari 2009 tot en met 12 maart 2009 te Kudelstaart, gemeente Aalsmeer , in elk geval in Nederland, één of meermalen (een groot aantal) (ongeveer 175) afbeelding(en), welke hij, verdachte, als wandbekleding in zijn slaapkamer had aangebracht, en/of een gegevensdrager, (telkens) verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad, terwijl die afbeelding(en) en/of gegevensdrager(s) een of meer afbeeldingen van seksuele gedragingen bevatte(n), waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer) het (anaal en/of vaginaal) penetreren en/of het in de mond nemen van de penis van een volwassen man en/of het (laten) aftrekken van de penis van een volwassen man en/of van/door (een) kind(eren) (onderling) en/of het plegen van ontucht en/of het (gedeeltelijk) naakt (laten) poseren van jongens met een geschatte leeftijd tussen de twaalf en 17 jaar, in elk geval personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, waaronder:
- het in de mond nemen van de naakte penis van een volwassen man door een jongen met ontbloot bovenlijf met een geschatte leeftijd tussen de twaalf en vijftien jaar, in elk geval door een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt (afbeelding 1);
- het bij elkaar aftrekken van de naakte penisdoor twee naakte jongens met de geschatte leeftijd tussen de twaalf en vijftien jaar, in geval door personen die de leeftijd van achttien jaren nog niet hebben bereikt (afbeelding 2);
- het vasthouden van de naakte penis in erectie (van een volwassen man) door een naakte liggende jongen met een geschatte leeftijd tussen de twaalf en zestien jaar, in elk geval door een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt (afbeelding 3);
- het vasthouden van de naakte penis van een volwassen man door een jongen in een boot met de geschatte leeftijd tussen de elf en veertien jaar, in elk geval door een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt (afbeelding 4);
- het anaal penetreren (met de penis) door een volwassen man van een jongen met de geschatte leeftijd tussen negen en veertien jaar, in elk geval van een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt (afbeelding 5);
- het aftrekken van de naakte penis van een jongen door een andere jongen, beiden met de geschatte leeftijd tussen de tien en veertien jaar, in elk geval personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt (afbeelding 6);
- het in de mond nemen van de naakte penis van een jongen met de geschatte leeftijd tussen de tien en veertien jaar, door een jongen in de geschatte leeftijd tussen de veertien en zeventien jaar, in elk geval personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt (afbeelding 7).
2 primair:
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2008 tot en met 12 maart 2009, te Kudelstaart, gemeente Aalsmeer , in elk geval in Nederland, een beroep of gewoonte heeft gemaakt van het plegen van een of meer misdrijf/misdrijven, omschreven in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht, immers heeft hij, verdachte op één of meer tijdstippen in voornoemde periode (telkens) één of meermalen een (groot aantal) (in ieder geval 4.569 of daaromtrent) afbeelding(en) en/of film(s) en/of filmfragment(en) en/of (een) gegevensdrager(s) (te weten een of meer cd-rom(s) en/of een of meer dvd(s) en/of een of meer harddisk(s)), (telkens) verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad, terwijl die afbeelding(en) en/of film(s) en/of filmfragment(en) en/of gegevensdrager(s) een of meer afbeeldingen van seksuele gedragingen bevatte(n), waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer) het (anaal en/of vaginaal) penetreren en/of het in de mond nemen van de penis van een volwassen man en/of het (laten) aftrekken van de penis van een volwassen man en/of van/door (een) kind(eren) (onderling) en/of het plegen van ontucht en/of het (gedeeltelijk) naakt (laten) poseren van meisjes en jongens met een geschatte leeftijd tussen de twaalf en zeventien jaar, in elk geval personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, waaronder: - het door een volwassen man afgetrokken worden van een jongen met de geschatte leeftijd tussen de veertien en vijftien jaar, in elk geval door een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt (afbeelding 1);
- het in de mond nemen van de naakte penis van een volwassen man door een jongen die zichzelf aftrekt met de geschatte leeftijd tussen de twaalf en veertien jaar, in elk geval door een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt (afbeelding 2);
- het in de mond nemen van de naakte penis van een jonge jongen (in elk geval een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt), door een andere jongen met de geschatte leeftijd tussen de dertien en veertien jaar, in elk geval door een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt (afbeelding 3);
- het in de mond nemen van de naakte penis van een volwassen man door een jongen met de geschatte leeftijd tussen de twaalf en dertien jaar, in elk geval door een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt (afbeelding 4);
- het anaal penetreren (met de penis) van een jonge jongen (in elk geval een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt), door een andere jongen met de geschatte leeftijd tussen de dertien en vijftien jaar, in elk geval door een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt (afbeelding 5);
- het anaal penetreren (met de penis) van een jonge jongen (in elk geval een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt), door een andere jongen met de geschatte leeftijd tussen de vijftien en zestien jaar, in elk geval door een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt (afbeelding 6);
- het bij zichzelf aftrekken van de naakte penis door jonge jongens in de geschatte leeftijd tussen de vijftien en zestien jaar, in elk geval door personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt (afbeeldingen 7 tot en met 13);
- het bij elkaar aftrekken van de naakte penis en/of in de mond nemen van de naakte penis en/of anaal penetreren (met de penis) van/door jonge jongens in de geschatte leeftijd tussen de veertien à zestien jaar, in elk geval door personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt (afbeeldingen 14 tot en met 26);
- het geheel of gedeeltelijk naakt poseren van jonge jongens die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, waarbij door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose van die jongens nadrukkelijk het ontblote geslachtsdeel in beeld wordt gebracht (overige afbeeldingen van de selectie).
2 subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2008 tot en met 12 maart 2009, te Kudelstaart, gemeente Aalsmeer , in elk geval in Nederland, één of meermalen een (groot aantal) (in ieder geval 4.569 of daaromtrent) afbeelding(en) en/of film(s) en/of filmfragment(en) en/of (een) gegevensdrager(s) (te weten een of meer cd-rom(s) en/of een of meer dvd(s) en/of een of meer harddisk(s)), (telkens) verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad, terwijl die afbeelding(en) en/of film(s) en/of filmfragment(en) en/of gegevensdrager(s) een of meer afbeeldingen van seksuele gedragingen bevatte(n), waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer) het (anaal en/of vaginaal) penetreren en/of het in de mond nemen van de penis van een volwassen man en/of het (laten) aftrekken van de penis van een volwassen man en/of van/door (een) kind(eren) (onderling) en/of het plegen van ontucht en/of het (gedeeltelijk) naakt (laten) poseren van meisjes en jongens met een geschatte leeftijd tussen de twaalf en zeventien jaar, in elk geval personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, waaronder:
- het door een volwassen man afgetrokken worden van een jongen met de geschatte leeftijd tussen de veertien en vijftien jaar, in elk geval door een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt (afbeelding 1);
- het in de mond nemen van de naakte penis van een volwassen man door een jongen die zichzelf aftrekt met de geschatte leeftijd tussen de twaalf en veertien jaar, in elk geval door een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt (afbeelding 2);
- het in de mond nemen van de naakte penis van een jonge jongen (in elk geval een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt), door een andere jongen met de geschatte leeftijd tussen de dertien en veertien jaar, in elk geval door een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt (afbeelding 3);
- het in de mond nemen van de naakte penis van een volwassen man door een jongen met de geschatte leeftijd tussen de twaalf en dertien jaar, in elk geval door een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt (afbeelding 4);
- het anaal penetreren (met de penis) van een jonge jongen (in elk geval een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt), door een andere jongen met de geschatte leeftijd tussen de dertien en vijftien jaar, in elk geval door een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt (afbeelding 5);
- het anaal penetreren (met de penis) van een jonge jongen (in elk geval een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt), door een andere jongen met de geschatte leeftijd tussen de vijftien en zestien jaar, in elk geval door een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt (afbeelding 6);
- het bij zichzelf aftrekken van de naakte penis door jonge jongens in de geschatte leeftijd tussen de vijftien en zestien jaar, in elk geval door een personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt (afbeeldingen 7 tot en met 13);
- het bij elkaar aftrekken van de naakte penis en/of in de mond nemen van de naakte penis en/of anaal penetreren (met de penis) van/door jonge jongens in de geschatte leeftijd tussen de veertien à zestien jaar, in elk geval door personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt (afbeeldingen 14 tot en met 26);
- het geheel of gedeeltelijk naakt poseren van jonge jongens die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, waarbij door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose van die jongens nadrukkelijk het ontblote geslachtsdeel in beeld wordt gebracht (overige afbeeldingen).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot andere beslissingen komt dan de rechtbank.

Bewijsoverwegingen

Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich ter terechtzitting op het standpunt gesteld dat het onder feit 1 en 2 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen is. De ten laste gelegde afbeeldingen tonen jongens die seksuele handelingen verrichten. Niet van belang is of de jongens daadwerkelijk minderjarig zijn; voldoende is dat bewezen wordt dat de jongens jonger ogen dan 18 jaar. De eigen waarneming van het hof kan als maatgevend worden beschouwd. Uit de mappenstructuur op de computer van de verdachte blijkt reeds dat hij (voorwaardelijk) opzet heeft gehad op het bezit van kinderpornografische afbeeldingen. Hieruit valt immers op te maken dat de verdachte actief bezig is geweest met het categoriseren en opslaan van kinderpornografische afbeeldingen. Hij heeft bovendien kinderpornografische afbeeldingen geprint om als wandbekleding te gebruiken. Daarnaast heeft de verdachte verklaard interesse te hebben in jonge jongens, gebruikte hij dubieuze zoektermen en downloadde hij afbeeldingen terwijl hij sliep. Nu de verdachte vanaf eind december 2008 meermalen afbeeldingen heeft gedownload, volgens zijn eigen verklaring 1 tot 3 keer per week, en hij, gezien zijn wandbekleding, intensief met dit materiaal in de weer was, kan wettig en overtuigend bewezen worden dat de verdachte hier een gewoonte van heeft gemaakt.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft ter terechtzitting primair bepleit de verdachte integraal vrij te spreken, omdat er geen bewijsmiddel voorhanden is waaruit blijkt, op basis van concrete uiterlijke kenmerken van ieder van de afgebeelde personen afzonderlijk, dat op de ten laste gelegde afbeeldingen sprake is van personen jonger dan 18 jaar. In de processen-verbaal is niet concreet en feitelijk omschreven op grond waarvan de verbalisanten tot hun bevindingen over de leeftijden zijn gekomen. De raadsman heeft het voorlopig oordeel van het hof ter terechtzitting van 30 januari 2015 gemotiveerd betwist. Dit voorlopig oordeel hield in dat met betrekking tot de afbeeldingen 2, 6 en 7 (feit 1) en 1, 2, 3, 4, 7, 10, 18, 20, 21, 22, 23, 24 en 25 (feit 2) de gemiddelde burger zou zeggen dat een of meer van de afgebeelde personen kennelijk jonger is dan 18 jaar.
De raadsman verzoekt subsidiair de verdachte vrij te spreken van het als feit 2 primair ten laste gelegde. Hij verwijst hiertoe naar hetgeen de rechtbank hieromtrent in haar vonnis heeft overwogen.
Oordeel van het hof
Het hof stelt voorop dat naar vaste jurisprudentie van de Hoge Raad niet noodzakelijk is dat bewezen wordt dat de werkelijke leeftijd van de jongens op de afbeeldingen onder de 18 jaar ligt. Bepalend is of de jongens op de afbeeldingen kennelijk jonger zijn dan 18 jaar. Met andere woorden: of op grond van algemeen bekend te veronderstellen criteria zoals onder meer lengte en lichaamsontwikkeling aannemelijk is dat de afgebeelde jongens jonger ogen dan 18 jaar. Daarvan is naar het oordeel van het hof bij een gedeelte van de in de tenlastelegging genoemde afbeeldingen sprake.
Het hof acht hiervoor redengevend de processen-verbaal van verbalisant [verbalisant 1] , dienstdoende bij Bureau Zedenpolitie, van 8 mei 2009 [1] , [verbalisant 2] , eveneens dienstdoende bij Bureau Zedenpolitie, van 7 mei 2009 [2] , de aanvullende processen-verbaal van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 1] van 13 mei 2013, van [verbalisant 1] van 27 mei 2014 en van [verbalisant 2] van 10 juni 2014 alsmede de eigen waarneming van het hof.
Over de afbeeldingen die zijn aangetroffen aan de wanden van een kamer in de woning van de verdachte heeft [verbalisant 2] gerelateerd dat het afbeeldingen betreft met een kinderpornografisch karakter; de leeftijd van de jongens, gezien hun (geslachts)ontwikkeling en hun lichaamsbouw, schatte de verbalisant tussen de 12 en 17 jaar. Ten aanzien van 4.596 afbeeldingen op de computer van de verdachte heeft [verbalisant 1] gerelateerd dat deze kinderpornografisch van aard waren, waarvan het grootste gedeelte afbeeldingen betrof van jonge jongens in de geschatte leeftijd tussen de 12 en 18 jaar. Door [verbalisant 2] en [verbalisant 1] is aanvullend gerelateerd dat zij de bepaling van de kennelijke leeftijden van de in het beeldmateriaal afgebeelde personen hebben verricht met behulp van een leeftijdsschatting op grond van de zichtbare lichaamskenmerken, lichamelijke ontwikkeling en ontwikkelingsstadia van de geslachtsdelen. Zij hebben zich hierbij gebaseerd op de ideeën over lichaamskenmerken en lichamelijke ontwikkeling van kinderen, die in de samenleving algemeen geldend en bekend zijn. De verbalisanten hebben voorts gerelateerd dat alle door hen geschatte leeftijden derhalve een oordeel zijn over de leeftijd die de afgebeelde personen op die betreffende afbeelding voor een gemiddelde burger lijkt te hebben. [verbalisant 1] heeft aanvullend gerelateerd met betrekking tot de afbeeldingen (naar het hof begrijpt als bedoeld in feit 2) zoals genummerd 1 t/m 6 ieder afzonderlijk, 7 t/m 13 tezamen, 14 t/m 26 tezamen en de overige afbeeldingen tezamen. Verbalisant [verbalisant 2] heeft aanvullend gerelateerd met betrekking tot de afbeeldingen (naar het hof begrijpt als bedoeld in feit 1) als genummerd 1 t/m 7 ieder afzonderlijk. Zowel [verbalisant 1] als [verbalisant 2] hebben nogmaals gerelateerd dat zij de kennelijke leeftijd van de op de afbeelding afgebeelde personen hebben bepaald op grond van de eerder door hen genoemde criteria.
Het hof is van oordeel dat in deze processen-verbaal voldoende concreet en feitelijk per afgebeelde jongen is beschreven op grond waarvan de verbalisanten tot hun bevindingen zijn gekomen dat de jongens op de afbeeldingen kennelijk jonger zijn dan 18 jaar. Deze processen-verbaal kunnen dan ook mede aan de bewezenverklaring ten grondslag worden gelegd.
Daarnaast gaat het hof uit van de eigen waarneming van de afbeeldingen die ter terechtzitting op 5 oktober 2015 kenbaar is gemaakt. Het hof komt na deze eigen waarneming tot het oordeel dat op de na te noemen afbeeldingen een of meer jongens zijn afgebeeld die kennelijk jonger zijn dan 18 jaar, op grond van kenmerken die in het algemeen in de beschouwing kunnen en plegen te worden betrokken bij de schatting van de leeftijd van een bepaalde persoon, waarbij onder meer gedacht kan worden aan de lengte en de lichamelijke ontwikkeling. Het gaat dan om de volgende afbeeldingen:
- met betrekking tot het onder 1 tenlastegelegde: afbeeldingen 2 en 6, en
- met betrekking tot het onder 2 tenlastegelegde: afbeeldingen 1, 2, 4, 7, 10, 17, 18, 20, 21, 22, 23, 24 en 25.
De door de raadsman ter terechtzitting 30 januari 2015 per afbeelding geplaatste opmerkingen maken dit niet anders. Het hof verwerpt derhalve in zoverre het verweer van de raadsman.
Het hof zal de verdachte partieel vrijspreken van de overige in de tenlastelegging vermelde afbeeldingen.
Gewoonte
Het hof is, met de advocaat-generaal, van oordeel dat de verdachte
een gewoonteheeft gemaakt van het onder feit 2 ten laste gelegde in bezit hebben van afbeeldingen met seksuele gedragingen waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt. De verdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg verklaard dat hij al in december 2008 is begonnen met het downloaden van deze afbeeldingen en dat hij dit gemiddeld zo’n 1 à 3 keer per week ’s nachts deed. Deze verklaring van de verdachte wordt geïllustreerd door het grote aantal kinderpornografische gedownloade afbeeldingen dat op zijn computer is aangetroffen.
Dit leidt tot de slotsom dat het hof ook dit verweer van de raadsman verwerpt.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1:
hij op 12 maart 2009 te Kudelstaart, gemeente Aalsmeer , een aantal afbeeldingen, welke hij als wandbekleding in zijn slaapkamer had aangebracht in bezit heeft gehad, terwijl die afbeeldingen seksuele gedragingen bevatten, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken, welke seksuele gedragingen bestonden uit het (laten) aftrekken van de penis van/door kinderen onderling:
- het bij elkaar aftrekken van de naakte penis door twee naakte jongens met de geschatte leeftijd tussen de twaalf en vijftien jaar, in elk geval door personen die de leeftijd van achttien jaren nog niet hebben bereikt (afbeelding 2);
- het aftrekken van de naakte penis van een jongen door een andere jongen, beiden met de geschatte leeftijd tussen de tien en veertien jaar, in elk geval personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt (afbeelding 6).
2 primair:
hij in de periode van 1 december 2008 tot en met 12 maart 2009, te Kudelstaart, gemeente Aalsmeer , een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van een misdrijf, omschreven in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht, immers heeft hij in voornoemde periode een gegevensdrager (te weten een harddisk) in bezit gehad, terwijl die gegevensdrager een groot aantal afbeeldingen van seksuele gedragingen bevatte, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken, welke seksuele gedragingen bestonden uit het penetreren en/of het in de mond nemen van de penis van een volwassen man en/of het (laten) aftrekken van de penis van/door (een) kind(eren) (onderling) en/of het plegen van ontucht en/of het (gedeeltelijk) naakt (laten) poseren van jongens met een geschatte leeftijd tussen de twaalf en zeventien jaar, in elk geval personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, waaronder:
- het door een volwassen man afgetrokken worden van een jongen met de geschatte leeftijd tussen de veertien en vijftien jaar, in elk geval een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt (afbeelding 1);
- het in de mond nemen van de naakte penis van een volwassen man door een jongen die zichzelf aftrekt met de geschatte leeftijd tussen de twaalf en veertien jaar, in elk geval door een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt (afbeelding 2);
- het in de mond nemen van de naakte penis van een volwassen man door een jongen met de geschatte leeftijd tussen de twaalf en dertien jaar, in elk geval door een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt (afbeelding 4);
- het bij zichzelf aftrekken van de naakte penis door jonge jongens in de geschatte leeftijd tussen de vijftien en zestien jaar, in elk geval door personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt (afbeeldingen 7 en 10);
- het bij elkaar aftrekken van de naakte penis en/of in de mond nemen van de naakte penis en/of anaal penetreren (met de penis) van/door jonge jongens in de geschatte leeftijd tussen de veertien à zestien jaar, in elk geval personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt (afbeeldingen 17, 18, 20, 21, 22, 23, 24 en 25).
Hetgeen onder 1 en 2 primair meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het aanwenden van een rechtsmiddel zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Het onder 2 primair bewezen verklaarde levert op:
een gegevensdrager bevattende afbeeldingen van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straffen en maatregel

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder feit 1 en feit 2 subsidiair bewezen verklaarde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 160 uren, met aftrek van de tijd die hij in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, subsidiair te vervangen door 80 dagen hechtenis, alsmede een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden, met een proeftijd van 1 jaar met algemene en bijzondere voorwaarden, te weten toezicht en leiding door de Reclassering alsmede een behandelverplichting bij De Waag, centrum voor ambulante forensische psychiatrie, indien dit door De Waag of de Reclassering noodzakelijk wordt geacht alsmede onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen harde schijf.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder feit 1 en 2 primair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 200 uur, indien niet of niet naar behoren voldaan te vervangen door 100 dagen hechtenis, een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden, met een proeftijd van 1 jaar, met algemene en bijzondere voorwaarden, te weten een meldplicht bij de Reclassering alsmede een behandelverplichting bij De Waag, centrum voor ambulante forensische psychiatrie, indien dit door De Waag of de Reclassering noodzakelijk wordt geacht.
De raadsman heeft in het kader van de straftoemeting het volgende betoogd.
In het arrest van 24 juni 2014 (ECLI:NL:HR:2014:1497) heeft de Hoge Raad overwogen op welke wijze bij de straftoemeting rekening kan worden gehouden met het grootschalige karakter van een delict als het onderhavige. De Hoge Raad heeft overwogen dat in geval van een steekproef de verdachte in de gelegenheid moet worden gesteld de bij de steekproef gehanteerde methode aan de orde te stellen.
In het kader van dit verweer heeft de raadsman het voorwaardelijk verzoek gedaan tot het doen horen van de verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 1] omtrent de door hen gehanteerde methode bij het steekproefsgewijs vermelden en beschrijven van de in de tenlastelegging beschreven afbeeldingen, om deze methode te kunnen toetsen en hun conclusies te kunnen betwisten.
Dit verzoek van de raadsman wordt afgewezen bij gebrek aan feitelijke grondslag.
Verbalisant [verbalisant 1] heeft in het hiervoor genoemde proces-verbaal van bevindingen van 8 mei 2009 gerelateerd op welke wijze zij te werk is gegaan bij het onderzoek naar de afbeeldingen op de gegevensdrager van de computer van de verdachte. Zij heeft gerelateerd dat zij alle genoemde 18.278 afbeeldingen heeft bekeken en heeft geconcludeerd dat 4.569 van deze afbeeldingen kinderpornografisch van aard waren. Hieruit blijkt dat er geen sprake is geweest van een steekproef zoals door de raadsman gesteld.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen en maatregel bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte en heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft een groot aantal kinderpornografische afbeeldingen in zijn bezit gehad, als wandbekleding in zijn slaapkamer en op de harde schijf op zijn computer. Op deze afbeeldingen waren seksuele handelingen met en door jongens zichtbaar waaronder orale en anale seks. Door deze afbeeldingen in zijn bezit te hebben, heeft de verdachte een bijdrage geleverd aan het in stand houden van de vraag naar kinderpornografisch materiaal en is hij indirect medeverantwoordelijk voor het misbruik van deze kinderen, die, naar moet worden aangenomen, worden gedwongen voor dergelijke afbeeldingen te poseren en die worden gedwongen handelingen te verrichten en te ondergaan die op ernstige wijze inbreuk op hun lichamelijke integriteit maken. Het moet als algemeen bekend worden verondersteld dat kinderen door betrokkenheid bij seksueel misbruik ernstige psychische schade kunnen oplopen, die ook vele jaren later nog diepe sporen kan nalaten.
De rechtbank heeft de voorlopige diagnostiek zoals opgenomen in de brief van het NIFP van 10 juli 2009 ten grondslag gelegd aan het opleggen van bijzondere voorwaarden, onder meer Reclasseringstoezicht met indien nodig een behandeling bij de Waag. In het dossier bevindt zich geen actueel reclasseringsrapport over de verdachte met betrekking tot de eventuele noodzaak en of mogelijkheden tot begeleiding van de verdachte.
De bewezen verklaarde feiten dateren uit 2009 en uit een de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 23 september 2015 blijkt dat de verdachte niet eerder strafrechtelijk onherroepelijk veroordeeld en evenmin na het ten laste gelegde feit nog is veroordeeld.
Gezien deze omstandigheden zal het hof, anders dan de rechtbank en de vordering van de advocaat-generaal, afzien van het opleggen van Reclasseringsbegeleiding.
Het hof zal als stok achter de deur een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen om de verdachte ervan te weerhouden soortgelijke strafbare feiten opnieuw te plegen.
Gelet op de aard van de afgebeelde handelingen, de hoeveelheid, de leeftijd van de jongens en de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan, alsmede gelet op de persoon van de verdachte acht het hof in beginsel een taakstraf van 200 uur op zijn plaats.
Het hof constateert dat in deze zaak sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn. Op 12 maart 2009 heeft de politie de afbeeldingen bij de verdachte aangetroffen. Die dag geldt als de dag waarop de op zijn redelijkheid te beoordelen termijn is aangevangen, omdat de verdachte daaruit de verwachting heeft mogen ontlenen dat tegen hem strafvervolging zou worden ingesteld. In beginsel geldt een termijn van twee jaren vanaf dat tijdstip tot aan de dag van de uitspraak. De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte op 18 oktober 2011 veroordeeld. Op 31 oktober 2011 heeft de verdediging hoger beroep ingesteld. In beginsel geldt een termijn van twee jaren vanaf dat tijdstip tot aan de dag van de uitspraak in hoger beroep. Het hof doet uitspraak op 19 oktober 2015. Daarmee is zowel in eerste aanleg als in hoger beroep sprake van overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het EVRM. Het hof zal de verdachte om deze reden in plaats van een taakstraf van 200 uur een taakstraf van 160 uur opleggen.
Het hof acht, alles afwegende, een taakstraf alsmede een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.
Het onder 2 primair ten laste gelegde en bewezen verklaarde is begaan met behulp van het hierna te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp. Het zal aan het verkeer worden onttrokken aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36b, 36c, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
1 (één) jaaraan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
160 (honderdzestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
80 (tachtig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
harde schijf Samsung, model HD321KJ, serienummer [serienummer] , grootte 320 GB.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.M.J. Quaedvlieg, mr. W.M.C. Tilleman en mr. G.S. Crince Le Roy, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Tilburg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 19 oktober 2015.
=========================================================================
[....]

Voetnoten

1.[....]
2.[....]