ECLI:NL:GHAMS:2015:4817
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verval van recht op memorie van grieven en proceskostenverzoek
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een hoger beroep waarin de appellante, vertegenwoordigd door mr. M.C. Rosier, in geschil is met de geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. G.C.M. Schipper. De zaak is een vervolg op een tussenarrest van 27 oktober 2015, waarin het hof de hardheidsclausule van artikel 127a lid 3 Rv heeft toegepast. Dit leidde ertoe dat, ondanks het te laat betalen van het griffierecht door de appellante, de geïntimeerde geen ontslag van instantie werd verleend. Het hof had eerder besloten om de appellante een termijn van twee weken te geven om het verzuim te herstellen en alsnog van grieven te dienen. De geïntimeerde verzocht het hof om het reeds verleende verval van het recht op memorie van grieven te handhaven en terug te komen van het eerdere arrest. Het hof overweegt dat er geen aanleiding is om terug te komen van het eerdere arrest, omdat er geen waarschuwing was gegeven voor het overschrijden van de termijn voor het indienen van grieven. Het hof wijst het verzoek van de geïntimeerde af en verwijst de zaak naar de rol voor het nemen van een memorie van antwoord door de geïntimeerde.