3.1Deze zaak betreft – zakelijk samengevat – het volgende:
a. [appellant] is eigenaar van een woning met daarachter een appartementencomplex gelegen aan de [adres] te [woonplaats] . In de nacht van 27 op 28 oktober 2008 zijn de woning en het appartementencomplex afgebrand, waardoor schade is ontstaan;
b. [appellant] was voor deze schade verzekerd bij N.V. Interpolis Schade (hierna Interpolis te noemen). Voor de schadebegroting overeenkomstig de polis heeft Interpolis [X] benoemd ( hierna [X] te noemen). [appellant] heeft [Y] , statutair bestuurder van en handelende namens Knipmeijer, als expert aangewezen. In de Akte van benoeming expert van 7 november 2008 staat, voor zover hier van belang:
“Als uitsluitend bewijs van de omvang van de schade overeenkomstig de polis wordt een taxatie gemaakt door twee deskundige experts, waarvan de verzekerde en de verzekeraar er ieder één benoemen. (…) De aangewezen experts benoemen voor aanvang van hun werkzaamheden als derde expert [Z] , Lengkeek, Laarman & de Hosson. Laatstgenoemde stelt bij gebrek aan overeenstemming de omvang van de schade vast binnen de grenzen van de taxaties van de benoemde experts. (…)”;
c. op 5 juni 2009 hebben Knipmeijer en [X] een akte van taxatie ondertekend . [appellant] heeft de akte mede ondertekend en heeft daarbij geschreven:|”accoord onder voorbehoud van uit te voeren aanpassingen op last van de overheid”. In de akte is de schade vastgesteld op een totaalbedrag van € 2.101.457,-. Het architectenhonorarium is daarin begroot op 2 procent van de bouwkosten en de extra kosten op last van de overheid zijn buiten de akte van taxatie gebleven;
d. bij brief van 5 november 2010 heeft Knipmeijer aan [appellant] geschreven, voor zover hier van belang:
“De heer [X] en ondergetekende hebben de extra kosten, die gemaakt hadden moeten worden om het bestaande complex in de oorspronkelijke staat terug te bouwen, vastgesteld op een bedrag van € 85.000,- (…)”;
e. bij brief van 20 november 2010 heeft [appellant] aan Knipmeijer geschreven, voor zover hier van belang:
“Naar aanleiding van Uw brief van 5 november jl. bericht ik U als volgt. Gedurende enige tijd hebben wij onenigheid over de wijze van vaststelling van de extra kosten als gevolg van de bij overheid verplichte verbeteringen, wijzigingen, noodvoorzieningen en veiligheidsmaatregelen bij de herbouw van mijn woning/appartementen. Hoewel ik meerdere malen heb getracht er samen met U uit te komen, is voor mij vast komen te staan dat dit niet gaat lukken. Vanwege deze vertrouwensbreuk heb ik – in samenspraak met Interpolis – besloten een nieuwe expert aan te wijzen. De nieuwe expert (..) zal per omgaande Uw taken overnemen. (…)”;
f. bij brief van 24 mei 2011 heeft de rechtsbijstandsverzekeraar van [appellant] Knipmeijer aansprakelijk gesteld voor de volgens haar onjuist begrote architectenkosten;
g. op 25 juli 2012 heeft Lengkeek Expertises in opdracht van [appellant] een expertiserapport opgesteld. In dat rapport – dat in het vonnis waarvan beroep onder 2.7 wordt geciteerd – wordt onder het hoofd “3. Beoordeling architectenhonorarium” onder meer geconcludeerd dat een concrete schadeberekening zou hebben geleid tot een begroting van de schadepost architectenhonorarium ad € 96.005,- inclusief BTW, een verschil van € 58.742,- ten opzichte van de daadwerkelijk begrote schade;
h. tegen de achtergrond van deze feiten en omstandigheden heeft [appellant] in eerste aanleg gevorderd – samengevat – dat voor recht zal worden verklaard dat Knipmeijer aansprakelijk is voor de schade van [appellant] , door deze geleden als gevolg van het door toedoen van Knipmeijer en in strijd met hetgeen van een redelijk bekwaam en redelijk handelend schade-expert mocht worden verwacht te laag begroten van het architectenhonorarium en van de extra kosten op last van de overheid, alsmede dat Knipmeijer zal worden veroordeeld terzake aan [appellant] te voldoen een bedrag van € 180.707,39 vermeerderd met rente en kosten.
Na tegen die vorderingen door Knipmeijer gevoerd verweer heeft de rechtbank in het vonnis waarvan beroep op de daarin vermelde gronden de vorderingen van [appellant] afgewezen en deze in de gedingkosten veroordeeld. Tegen die beslissingen en de gronden waarop zij rusten komt [appellant] door middel van de grieven op.