In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 24 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in Turkije en zonder woon- of verblijfplaats in Nederland, werd beschuldigd van mensensmokkel. Het hof oordeelde dat de verdachte zijn broer had geholpen bij het verkrijgen van illegale toegang tot Nederland door zijn e-mailadres en bankrekening beschikbaar te stellen voor het boeken van een vliegticket. De verdachte was zich ervan bewust dat zijn broer een vals paspoort gebruikte en dat zijn toegang tot Nederland wederrechtelijk was. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en kwam tot de conclusie dat de verdachte strafbaar was voor mensensmokkel, ondanks het ontbreken van winstbejag of uitbuiting. De verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden, rekening houdend met zijn persoonlijke omstandigheden en het feit dat hij niet eerder was veroordeeld. Het hof benadrukte de ernst van het feit, gezien het grensoverschrijdende karakter van mensensmokkel en de ondermijning van het overheidsbeleid tegen illegaal verblijf.