Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
STADSDEEL B.V.,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
persoonlijk gebruikin de zin van artikel 7:296 lid 1 onder b BW. Daarnaast geldt dat Stadsdeel B.V. niet heeft bestreden dat zij in de onmiddellijke omgeving van het gehuurde meerdere panden in eigendom heeft. Zij heeft nagelaten toe te lichten waarom (alleen) het gehuurde geschikt is voor de exploitatie van het door haar genoemde horecaconcept. De plannen van Stadsdeel B.V. voor gebruik van het gehuurde zijn niet nader geconcretiseerd en ongewis gelaten. Het enkele feit dat Stadsdeel B.V. per februari 2015 de beschrijving in het handelsregister van haar bedrijfsactiviteiten heeft aangevuld met die van het drijven van horeca, maakt dat niet anders.
dringendis dat het voldoet aan de maatstaf die in artikel 7:296, eerste lid onder b BW is gegeven. Ook in hoger beroep heeft Stadsdeel B.V. geen voldoende concrete feiten of omstandigheden aangevoerd die ten aanzien van het gestelde dringend eigen gebruik van het gehuurde tot een ander oordeel kunnen leiden.