ECLI:NL:GHAMS:2015:4504
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- C.C. Meijer
- J.W.C. Rang
- D.L.M.T. Dankers-Hagenaars
- Rechtspraak.nl
Deskundigenonderzoek naar huurprijs per 19 juli 2011 in geschil tussen Broekerveiling en Ahold
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een hoger beroep tussen de besloten vennootschap WINKELCENTRUM BROEKERVEILING B.V. (hierna: Broekerveiling) en de besloten vennootschap AHOLD EUROPE REAL ESTATE & CONSTRUCTION B.V. (hierna: Ahold). De zaak is een vervolg op een eerder tussenarrest van 3 maart 2015, waarin het hof oordeelde dat de resultaten van het BHAC-advies niet voldoende waren om de huurprijs vast te stellen. Het hof gaf partijen de gelegenheid om zich uit te laten over de wijze van verdere procedure.
Broekerveiling verzocht het hof om drie deskundigen te benoemen van het kantoor Jones Lang Lasalle (JLL) te Amsterdam, terwijl Ahold akkoord ging met de benoeming van JLL, maar slechts één deskundige, de heer [X 1], wilde benoemen. Het hof oordeelde dat Broekerveiling niet voldoende had onderbouwd waarom drie deskundigen noodzakelijk waren en besloot om slechts één deskundige, [X 1], te benoemen. De deskundige moet adviseren over de huurprijs per 19 juli 2011, rekening houdend met de criteria van artikel 7:303 BW.
Het hof benadrukte dat de deskundige zelf moet bepalen hoe hij tot zijn advies komt en welke vergelijkingspanden hij in zijn beoordeling meeneemt. De deskundige dient zijn werkzaamheden efficiënt uit te voeren en onnodige kosten te vermijden. Het hof stelde een voorschot van € 6.655,= vast voor de deskundige, dat door Broekerveiling moet worden betaald. Na indiening van het deskundigenrapport zal het hof partijen in de gelegenheid stellen om op het rapport te reageren. Het hof houdt verdere beslissingen aan tot het deskundigenonderzoek is afgerond.