ECLI:NL:GHAMS:2015:4482
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Doodslag zonder voorbedachte raad en verwerping van noodweerexces in hoger beroep
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 november 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 11 februari 2015. De verdachte, geboren in 1994, was betrokken bij een steekincident dat plaatsvond in de nacht van 13 op 14 april 2014, waarbij het slachtoffer, de partner van de moeder van de verdachte, overleed aan de verwondingen. De verdachte had tijdens een feest in Amsterdam een confrontatie met het slachtoffer, die eerder die avond geweld had gebruikt tegen de vriendin van de verdachte. Na een escalatie van de situatie, waarbij de verdachte zich bewapende met twee messen, stak hij het slachtoffer tweemaal in het bovenlichaam. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte handelde uit een opwelling van boosheid en niet met voorbedachte rade, en heeft hem vrijgesproken van moord. Het beroep op noodweerexces werd verworpen, omdat de verdachte niet meer in een situatie verkeerde waarin hij zich moest verdedigen. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot zeven jaar gevangenisstraf, maar het hof heeft deze straf bevestigd, rekening houdend met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd. Het hof heeft ook de jeugdige leeftijd van de verdachte en zijn spijt over de daad in overweging genomen, maar oordeelde dat een langdurige gevangenisstraf passend was gezien de impact van het delict op de nabestaanden en de maatschappij.