ECLI:NL:GHAMS:2015:4480

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 september 2015
Publicatiedatum
4 november 2015
Zaaknummer
200.169.211/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillissement van Uppal Holding B.V. na verzoek van Payroll Select Diensten B.V. in hoger beroep

In deze zaak heeft Payroll Select Diensten B.V. (hierna: Payroll) hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, die op 28 april 2015 het verzoek tot faillietverklaring van Uppal Holding B.V. (hierna: Uppal) had afgewezen. Payroll stelde dat zij een opeisbare vordering had van € 59.028,66 op Uppal, voortvloeiend uit loonbetalingen aan door Uppal ingeleend personeel. De rechtbank had echter geoordeeld dat niet summierlijk was gebleken van een vorderingsrecht van Payroll en dat Uppal in staat was om te betalen.

Tijdens de zitting van het hof op 1 september 2015, waar Payroll vertegenwoordigd was door haar manager debiteurenbeheer en haar advocaat, werd vastgesteld dat Uppal niet was verschenen, ondanks dat zij behoorlijk was opgeroepen. Het hof heeft de stukken van de eerdere zittingen en het tussenarrest in overweging genomen. Payroll heeft in hoger beroep onbetwist gesteld dat er een raamovereenkomst bestond tussen haar en Uppal, waaruit de vorderingen voortvloeiden. Het hof oordeelde dat er voldoende bewijs was dat Payroll betalingen had gedaan aan het personeel van Uppal en dat Uppal deze vorderingen onbetaald had gelaten.

Het hof concludeerde dat er summierlijk bewijs was van de toestand van Uppal, die in feite had opgehouden te betalen. Het verzoek tot faillietverklaring werd toegewezen, en de beschikking van de rechtbank werd vernietigd. Uppal werd in staat van faillissement verklaard, en de proceskosten werden aan Uppal opgelegd. De rechter-commissaris en curator werden benoemd, en het hof gaf de curator de opdracht om de aan Uppal gerichte correspondentie te openen. Dit arrest werd uitgesproken op 8 september 2015.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.169.211/01
zaaknummer rechtbank : C/15/224019 / FT RK 15/752
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 8 september 2015
in de zaak van:
PAYROLL SELECT DIENSTEN B.V.,
gevestigd te Zutphen,
appellante,
advocaat: mr. H.A.P. Pijnacker te Tilburg,
tegen
UPPAL HOLDING B.V.,
gevestigd te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer,
geïntimeerde,
niet verschenen.

1.Het geding in hoger beroep

Appellante wordt hierna Payroll Select Diensten genoemd, geïntimeerde Uppal Holding.
Payroll Select Diensten is bij op 4 mei 2015 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift in hoger beroep gekomen van de beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 28 april 2015, waarbij het verzoek van Payroll Select Diensten tot faillietverklaring van Uppal Holding is afgewezen.
Het hof heeft op 28 juli 2015 een tussenarrest gewezen, waarnaar het hof verwijst.
Het hoger beroep is vervolgens behandeld op de zitting van het hof van 1 september 2015, waarbij namens Payroll Select Diensten is verschenen [W] , manager debiteurenbeheer, bijgestaan door mr. Pijnacker voornoemd die het verzoekschrift mondeling nader heeft toegelicht. Hoewel behoorlijk opgeroepen, namelijk per aangetekende oproepbrief en per
e-mail, is namens Uppal Holding niemand verschenen.
Het hof heeft kennis genomen van de in het tussenarrest genoemde stukken. Het hof heeft geen kennisgenomen van het door Uppal Holding na de zitting van 21 juli 2015 overgelegde stuk met de naam “verweer Uppal Holding BV”, aangezien dit stuk niet door een advocaat is ingediend en daarmee niet is gehandeld overeenkomstig het bepaalde in artikel 282 jo 278 van het Wetboek van Rechtsvordering. Hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft Uppal Holding voor de procedure in hoger beroep geen advocaat gesteld.

2.Beoordeling

2.1
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting in hoger beroep is – kort samengevat en voor zover van belang – het volgende gebleken.
2.2
Payroll Select Diensten heeft in eerste aanleg ter onderbouwing van haar verzoek tot faillietverklaring aangevoerd dat zij van Uppal Holding opeisbaar te vorderen heeft in totaal een bedrag van € 59.028,66 in hoofdsom. Deze vordering betreft de doorbelasting aan Uppal Holding van door Payroll Select Diensten verrichte loonbetalingen aan door Uppal Holding ingeleend personeel. Voorts heeft Payroll Select Diensten erop gewezen dat Uppal Holding meerdere schuldeisers onbetaald laat, zodat zij verkeert in de toestand te hebben opgehouden te betalen.
2.3
De rechtbank heeft bij de bestreden beschikking overwogen dat niet summierlijk is gebleken van een vorderingsrecht van Payroll Select Diensten, dat Uppal Holding de steunvordering betwist en dat daarom onvoldoende is aangetoond dat Uppal Holding verkeert in de toestand dat zij is opgehouden te betalen. De rechtbank heeft het verzoek tot faillietverklaring vervolgens afgewezen.
2.4
Het hof overweegt als volgt. Ingevolge artikel 6, derde lid, Fw wordt de faillietverklaring uitgesproken indien summierlijk blijkt van feiten en omstandigheden, welke aantonen, dat de schuldenaar in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, en, zo een schuldeiser het verzoek doet, ook van het vorderingsrecht van deze.
2.5
Payroll Select Diensten heeft in hoger beroep onweersproken gesteld dat zij met Uppal Holding een raamovereenkomst had op grond waarvan Uppal Holding opdrachten verstrekte tot inlening van personeel, welke opdrachten door middel van brieven van Payroll Select Diensten aan Uppal Holding met vermelding van onder meer gehanteerde tarieven werden bevestigd en op grond waarvan de aan Uppal Holding verzonden facturen zijn opgesteld. Payroll Select Diensten heeft in dit verband in hoger beroep gewezen op de door haar getoonde opdrachtbevestigingen en de daarop gebaseerde facturen met nummers D-130534, D-130697, D-130879 en D-131047. Tegen deze achtergrond acht het hof het door Uppal Holding in eerste aanleg gevoerde verweer dat tussen haar en Payroll Select Diensten geen sprake is geweest van een overeenkomst, niet aannemelijk. Uit het verhandelde ter zitting in hoger beroep is voldoende aannemelijk geworden dat Payroll Select Diensten betalingen heeft gedaan aan door Uppal Holding ingeleend personeel en dat Uppal Holding de ter zake hiervan ontstane vorderingen van Payroll Select Diensten onbetaald heeft gelaten. Gelet hierop alsmede op het feit dat Payroll Select Diensten in hoger beroep onweersproken heeft aangevoerd dat EnipepBouw B.V. - die betrokken was bij de selectie van de medewerkers - evenmin is betaald door Uppal Holding, moet worden geoordeeld dat van de opeisbare vordering van Payroll Select Diensten summierlijk is gebleken. Daarnaast is summierlijk gebleken van een vordering van de belastingdienst van ongeveer € 9.500,-, nu deze vordering door Uppal Holding onweersproken is gelaten. Verder is gebleken van een vordering van ACES Direct B.V. (ACES) ten aanzien waarvan mr. Pijnacker in hoger beroep onweersproken heeft gesteld dat hem kort voor de zitting in hoger beroep door ACES en de incassoge-machtigde Atradius Collections is bevestigd dat nog een bedrag van € 2.554,87 openstaat. Op grond van het vorenoverwogene moet worden geoordeeld dat sprake is van feiten en omstandigheden welke aantonen dat Uppal Holding verkeert in de toestand dat zij heeft opgehouden te betalen.
2.6
De slotsom is dat het verzoek tot faillietverklaring alsnog wordt toegewezen en dat de beschikking waarvan beroep zal worden vernietigd. Uppal Holding zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten in beide instanties.

3.Beslissing

Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep;
verklaart
UPPAL HOLDING B.V., gevestigd te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, in staat van faillissement;
benoemt tot rechter-commissaris mr. K. van Dijk, rechter in de rechtbank Noord-Holland en
stelt aan als curator mr. P.J. Mijnssen, werkzaam bij Lexington Advocaten,
De Fruittuinen 14 – 16, Postbus 562, 2130 AN Hoofddorp, telefoonnummer 023 - 5643227;
geeft last aan de curator tot het openen van de aan Uppal Holding gerichte brieven en telegrammen;
verwijst Uppal Holding in de proceskosten in beide instanties, in eerste aanleg aan de zijde van Payroll Select Diensten begroot op € 613,= aan verschotten en € 904,= voor salaris van de advocaat en in hoger beroep tot aan deze uitspraak aan de zijde van Payroll Select Diensten begroot op € 711,= aan verschotten en op € 1.788,= voor salaris van de advocaat.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.L.D. Akkaya, M.A. Goslings en D.L.M.T. Dankers-Hagenaars en in het openbaar uitgesproken op 8 september 2015 in tegenwoordigheid van de griffier.
Van dit arrest kan gedurende acht dagen na de dag van de uitspraak beroep in cassatie worden ingesteld door middel van een verzoekschrift in te dienen ter griffie van de Hoge Raad.