Uitspraak
mr. C.I. Zaad, kantoorhoudende te Den Haag,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 29 oktober 2015 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [A] tegen Fada Verde B.V. en Elsoba B.V. Het verzoek van [A] was gericht op het bevelen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de vennootschappen, met de stelling dat er gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid. [A] heeft aangevoerd dat hij niet voldoende geïnformeerd is over de financiële situatie van de vennootschappen en dat er geen algemene vergaderingen van aandeelhouders zijn gehouden, wat in strijd zou zijn met de wettelijke en statutaire voorschriften. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat de vennootschap [C] haar aandeelhouder [A] niet heeft voorzien van schriftelijke financiële informatie en dat er geen jaarlijkse algemene vergaderingen zijn gehouden. Echter, het is ook vastgesteld dat [A] met instemming geen (formele) vergaderingen heeft gehouden en dat hij niet kenbaar heeft verzocht om informatie. De andere aandeelhouder heeft toegezegd de jaarrekeningen te verstrekken, wat de Ondernemingskamer voldoende aanleiding gaf om het verzoek van [A] af te wijzen. De Ondernemingskamer heeft de kosten van het geding gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten draagt.