Uitspraak
mrs. J.W. de Grooten
M.V.A. Heuten, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. W.H.M. Cnossen, kantoorhoudende te Heerenveen,
1.[C] ,
[D],
1.Het verloop van het geding
- verzoekster (ook) worden aangeduid met Africinvest,
- verweerster met [B] ,
- en belanghebbenden met respectievelijk [C] en [D] .
transfer pricingbeleid van [B] ten aanzien van haar dochteronderneming [E] (hierna: [E] ), met veroordeling van [B] in de kosten van het geding.
2.De feiten
private equityfonds, dat zich richt op investeringen in opkomende markten in Noord en Sub-Saharisch Afrika. Onder de geldverstrekkers van het fonds bevinden zich diverse publieke organisaties. Africinvest is een vennootschap naar het recht van Mauritius. Zij is een
special purpose vehicleopgericht door de Africinvest Groep.
due diligenceonderzoek en een bezoek aan de activiteiten in Kameroen, heeft de Africinvest Groep zich in principe bereid verklaard een bedrag van € 6 miljoen te investeren.
In our letter of 30 December 2008 we informed [B] that we would like to reduce our advancing of stocks and insured trade debtors (…).
shareholders agreement(hierna: de aandeelhoudersovereenkomst) gesloten.
The Company( [B] , Ondernemingskamer)
undertakes towards Africinvest that the subscription Price paid to it pursuant to this Agreement shall be used for expansion purposes and any other purpose as may from time to time arise in the ordinary course of business as may be determined by the Management Board in accordance with the then current Budget.”
The obligation of Africinvest to subscribe for the Africinvest Shares is subject to (…) (iv) Rabobank having confirmed to the Company in writing its renewed financing of [B] and the conditions thereof (such financing to be in accordance with market standard terms and conditions).”
Requested by [I] (“the Company”) we confirm as follows.
Memorandum of Understandingvan 6 mei 2011. De ontvlechting is vervolgens vastgelegd in een
Split Up Agreementvan 15 juli 2011 (hierna: de ontvlechtingovereenkomst) .
3.De gronden van de beslissing
intercompanyprijzen gehanteerd dat de winst werd genoten op het niveau van de Nederlandse vennootschappen. Als gevolg daarvan waren kapitaalinjecties in [E] nodig. Die vonden plaats doordat [B] kosten van [E] voor haar rekening nam en doordat zij onder de noemer van ‘voorschotten op houtleveranties’ gedurende het regenseizoen rechtstreeks kapitaal aan [E] verschafte, welke betalingen vervolgens werden ‘verrekend’ met de lage
intercompanyprijzen en voorts doordat [E] aan [I] minder hout berekende dan zij daadwerkelijk leverde en doordat [E] rechtstreeks hout verkocht aan afnemers, terwijl [I] factureerde en 25% van het gefactureerde bedrag behield. Omdat de belastingdienst in Kameroen deze gang van zaken niet langer accepteerde heeft het [F] in oktober 2009 besloten dat de voorschotbetalingen zouden worden geherkwalificeerd als lening. In de boeken van [B] en [E] is sindsdien ten onrechte een
intercompanylening opgenomen van ruim € 2,1 miljoen.
transfer pricingbeleid ten aanzien van [E] gewijzigd. [E] diende ook in financieel opzicht een zelfstandig opererende entiteit te worden en de door [E] aan [I] te berekenen prijzen moesten marktconform worden. Toen mede als gevolg daarvan de resultaten van [I] tegenvielen, heeft [B] achteraf besloten om met terugwerkende kracht een korting toe te passen op het door [E] aan [I] geleverde hout onder de naam ‘
late deliveries’. Daartoe is over zes maanden in 2010 maandelijks een korting van € 193.333,33 in de boeken van [I] opgenomen, om zo te komen tot het door [B] gewenste bedrag van € 1.160.000,-. Voor deze schuldpositie was geen feitelijke basis.
‘no further cash out to Africa’gebod van Rabobank, kwam [E] onder grote financiële druk te staan. Dit heeft ertoe geleid dat royalties voor de houtkapconcessies niet langer werden voldaan, als gevolg waarvan [E] haar concessies uiteindelijk is kwijtgeraakt en het gebied waar zij mocht kappen werd gehalveerd. Terwijl het [F] een noodlijdende onderneming was, heeft Rabobank in de periode tot 2010 haar vordering op [B] weten te verminderen met € 16 miljoen en heeft zij door aan te sturen op een faillissement haar vordering uiteindelijk nog verder kunnen terugbrengen tot € 3,6 miljoen.
transfer pricingen door het ten onrechte creëren van een
intercompanylening van ruim € 2,1 miljoen en een schuld van € 1,16 miljoen.
transfer pricing, de Ondernemingskamer constateert dat dit beleid bij de direct bij [E] betrokkenen, onder wie Africinvest, bekend was. Africinvest heeft een due diligence onderzoek verricht en [B] had een actieve raad van commissarissen, waarin Africinvest in de persoon van [P] , vertegenwoordigd was. Het onderwerp is, zoals naar voren komt uit de overgelegde notulen van vergaderingen van de raad van commissarissen, herhaaldelijk door de raad van commissarissen besproken, is steeds punt van aandacht geweest en de transfer prijzen zijn uiteindelijk in 2011 meer gedifferentieerd. Het destijds gevoerde transfer pricing beleid vormt een onvoldoende zwaarwegende reden om een enquête te rechtvaardigen.