Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
grief 1heeft Scaldis aan de orde gesteld dat de rechtbank in rechtsoverweging 2.5 (na te melden rov 2.8) mogelijkerwijs is uitgegaan van een onjuiste kwalificatie van meerwerk. Het hof is van oordeel dat de overweging van de rechtbank daarvan geen blijk geeft, zodat de grief faalt. Dit neemt niet weg dat het hof bij de beoordeling van het geschil aandacht zal besteden aan hetgeen Scaldis in het kader van deze grief heeft aangevoerd (en in daarop volgende grieven nader heeft toegelicht), voor zover van belang voor de beoordeling van het geschil. Omdat de door de rechtbank vastgestelde feiten (op zichzelf) niet in geschil zijn, zal ook het hof daarvan uitgaan. Deze feiten komen neer op het volgende, met dien verstande dat het hof na te melden feit onder 2.4 heeft aangevuld (met de 2e volzin) nu dit feit in hoger beroep als over en weer gesteld en niet weersproken tussen partijen vaststaat.
Bovendien zal Mammoet betaald moeten worden voor het werk dat zij onder de Overeenkomst van Onderaanneming uitvoert, ongeacht of Scaldis hiervoor betaling van CCN ontvangt. Dit ligt binnen de risicosfeer van Scaldis. Mammoet is geen contractspartij met CCN, maar slechts subcontractor van Scaldis. Mammoet kan niet het risico dragen dat zij niet betaald wordt voor het werk dat zij uitvoert, enkel omdat CCN (om welke reden dan ook) besluit om Scaldis niet te betalen. De enige uitzondering die wij kunnen accepteren is het geval waarin Scaldis kan aantonen dat Mammoet in gebreke is gebleven met betrekking tot de uitvoering van zijn werkzaamheden onder de Overeenkomst van Onderaanneming.
Om deze redenen zijn 4.5, 4.6 en 4.7 uit de Overeenkomst van Onderaanneming verwijderd. Als alternatief, om Scaldis tegemoet te komen, kunnen wij de betalingstermijn voor Scaldis verlengen tot 35 dagen en een extra clausule invoegen die de enige voor Mammoet acceptabele uitzondering regelt: het geval waarin Scaldis geen betaling van CCN ontvangt en kan aantonen dat Mammoet in gebreke is gebleven met betrekking tot de uitvoering van zijn werkzaamheden onder de Overeenkomst van Onderaanneming. Deze aanpassingen zijn ingevoegd in artikel 4. (..)
Bij opdracht;
Bij goedkeuring uitvoeringsplan;
Bij start uitvoering;
Bij einde transport;
Bij einde afzinken;
Bij einde onderspoelen;
Als aan alle contractuele verplichtingen is voldaan;
5% van de opdrachtsom
5% van de opdrachtsom
20% van de opdrachtsom
30% van de opdrachtsom
20% van de opdrachtsom
10% van de opdrachtsom
10% van de opdrachtsom
Adres: Scaldis Salvage and Marine Contractors
T.a.v. [B]
[adres]
Duidelijk heb ik gecommuniceerd dat wij de staten in willen leveren bij CCN en wel kort na afloop van een onderdeel.
Nu liggen de TE beneden en zal CCN geen haast meer hebben voor ons en dit onze onderhandeling positie verzwakt.
Het moet duidelijk zijn dat Scaldis uw staten eerst moet beoordelen en daarna CCN.
Door dit verzuim van ons van de benodigde stukken te voorzien worden betalingen steeds verder naar achter geschoven waar Scaldis niet gelukkig mee is en naar ik aanneem ook Mammoet subcontractors niet.
Scaldis vrijwaart zich van ieder ongemak of niet honoreren van aanspraak op meerwerk door CCN door dit verzuim.
Op het tot nu toe goedgekeurde bedrag is een correctie aangebracht, het blijkt dat met de meer werken Sluitvoeg installatie het duikwerk is goedgekeurd maar niet de inzet van de drijvende bok (verschuiving van toekenning).
Ook is goedgekeurd een bedrag van 37.320 euro goedgekeurd MM 3.02 zijnde 36.800 euro (80 t sleepboten IJmuiden-Coenhaven) en ND 07 zijnde 520 euro (overuren sluitvoeg in meten)
Verdeling is nu 1.141.375,51 MM 290.029,17 en ND 245.931,12 totaal goed gekeurd 535.960,29 euro
Het bedrag van 37.320 zal overgemaakt worden.
Scaldis heeft bevestigd dat het meerwerk waarop Mammoet recht heeft
EUR 1.141.375,51bedraagt. Het overige hebben we laten vallen en zullen wij niet claimen.
Gedeelte van het meerwerk wat reeds door u is voldaan bedraagt EUR 498.640,29.
Nog te ontvangen deel meerwerk bedraagt 1.141.375,32 – 498.640,29 =
EUR 640.735,22.Wij verlangen betaling aangezien de betalingstermijn reeds lange tijd is verstreken.
Zoals besproken zullen wij u laten weten welke acties wij voornemens zijn te nemen indien u niet betaalt.
3.Beoordeling
grieven 2 tot en met 7 en 9 in principaal hoger beroeplenen zich voor gezamenlijke behandeling.
grieven 2 tot en met 7 en 9 in principaal hoger beroepfalen gelet op het voorgaande. De overige door Scaldis in dit verband aangevoerde stellingen kunnen niet tot een ander oordeel leiden en behoeven geen verdere bespreking.
afgekeurd. Desondanks stelt Scaldis dat zij het bedrag heeft voldaan naar aanleiding van de factuur van 2 december 2011, respectievelijk dat het deel uitmaakt van het door CCN
goedgekeurdeen betaalde en door Scaldis vervolgens aan Mammoet doorbetaalde bedrag van € 535.960,29 (mvg, nr 107). Bij gebreke van een inzichtelijke toelichting op haar stellingen kan het hof niet tot het oordeel komen dat de gewraakte overweging van de rechtbank onjuist is. De grief faalt derhalve.