Uitspraak
mr. P. Haas,kantoorhoudende te Rotterdam,
mr. J.G. Molenaar, kantoorhoudende te Amsterdam, thans geen,
1. [belanghebbende 1] ,
[belanghebbende 2] ,
mr. J.G. Molenaar, kantoorhoudende te Amsterdam, thans geen.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, is op 26 oktober 2015 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot beëindiging van een eerder bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van drie besloten vennootschappen. De verzoekster, vertegenwoordigd door mr. P. Haas, had verzocht om het beëindigen van het onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen, nadat partijen een minnelijke regeling hadden getroffen. De Ondernemingskamer had eerder, op 31 maart 2014, een onderzoek bevolen naar de gang van zaken binnen de betrokken vennootschappen, waarbij ook onmiddellijke voorzieningen waren getroffen. De verzoekster en de belanghebbenden gaven aan geen bezwaar te hebben tegen de beëindiging van het onderzoek. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er geen bezwaren zijn ontvangen tegen de beëindiging en dat er geen belangen zijn die zich daartegen verzetten. Daarom heeft de Ondernemingskamer besloten het bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen met ingang van de beschikking te beëindigen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is gegeven door een collegiaal bestuur van rechters, waaronder de voorzitter en twee raadsheren, in aanwezigheid van de griffier.