In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 5 oktober 2015, wordt het verzoek behandeld van de onderzoekers om het budget voor hun onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de besloten vennootschappen van Leaderland te verhogen. De Ondernemingskamer had eerder op 18 maart 2014 een onderzoek bevolen naar de gang van zaken binnen de vennootschappen, waarbij een maximum bedrag van € 80.000 was vastgesteld voor de kosten van het onderzoek. De onderzoekers, mr. F.D. Stibbe en drs. N. van der Noll, hebben verzocht om dit bedrag te verhogen naar € 100.250, exclusief BTW, omdat de kosten hoger uitvielen dan oorspronkelijk begroot.
De Ondernemingskamer heeft in deze beschikking de argumenten van de betrokken partijen, waaronder verzoeker [A] en belanghebbenden [B], [C] en [D], overwogen. De verzoeken van [D] en [B] om de verhoging van het budget af te wijzen, zijn door de Ondernemingskamer niet gehonoreerd. De Ondernemingskamer oordeelt dat de onderzoekers voldoende onderbouwd hebben aangetoond dat de kosten van het onderzoek gerechtvaardigd zijn en dat de urenspecificatie van de onderzoekers niet onredelijk is. De Ondernemingskamer heeft de verhoging van het budget goedgekeurd en de vergoeding van de onderzoekers vastgesteld op het gevraagde bedrag van € 100.250, exclusief BTW.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk effect heeft, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen deze beschikking kunnen worden aangewend. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Ondernemingskamer, met mr. G.C. Makkink als voorzitter, en de raadsheren mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar en mr. M.M.M. Tillema, en is openbaar uitgesproken in de zitting van 5 oktober 2015.