ECLI:NL:GHAMS:2015:4125

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 oktober 2015
Publicatiedatum
8 oktober 2015
Zaaknummer
200.159.888/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herroeping van een eerder arrest met betrekking tot bewijsstukken en procesvoering

In deze zaak gaat het om een herroeping van een eerder arrest door het Gerechtshof Amsterdam. Op 16 juni 2015 heeft het hof een tussenarrest gewezen in een incident, waarin het hof verwees naar de noodzaak van bewijsstukken in de procedure. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J.F.A. de Voldere, heeft bezwaar gemaakt tegen het toekennen van bewijskracht aan stukken die door de geïntimeerden zijn ingediend, maar waarvan de appellant de inhoud niet kent. De appellant stelt dat hij in zijn verdediging is geschaad omdat de stukken niet in het geding zijn gebracht, wat volgens hem in strijd is met artikel 85 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Het hof heeft besloten dat de geïntimeerden de relevante stukken moeten overleggen, zodat de appellant zich kan verweren tegen de stellingen van de geïntimeerden. De zaak is aangehouden voor verdere beoordeling en de rol van de zaak is vastgesteld op 20 oktober 2015. Het arrest is openbaar uitgesproken op 6 oktober 2015 door de meervoudige kamer van het hof.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.159.888/01
zaaknummer van te herroepen arrest : 200.007.316/01
zaak-/rolnummer rechtbank Haarlem : 135788 / HA ZA 07-707
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 6 oktober 2015
inzake
[appellant],
volgens de appeldagvaarding wonend in [woonplaats] [in land] ,
appellant in de hoofdzaak tot herroeping,
verweerder in het incident,
advocaat: mr. J.F.A. de Voldere te Amsterdam,
tegen

1.[geïntimeerde sub 1] ,

wonend te [woonplaats] , gemeente [gemeente] ,
2.
[geïntimeerde sub 2],
wonend te [woonplaats] , gemeente [gemeente] ,
3.
[geïntimeerde sub 3],
wonend te [woonplaats] , gemeente [gemeente] ,
4.
[geïntimeerde sub 4],
wonend te [woonplaats] , gemeente [gemeente] ,
geïntimeerden in de hoofdzaak tot herroeping,
eisers in het incident,
advocaat: mr. J. Koekkoek te Haarlem.
Partijen worden hierna [appellant] en [geïntimeerden] genoemd.

1.Het geding tot herroeping

Op 16 juni 2015 heeft het hof een tussenarrest (in een incident ex artikel 224 Rv) gewezen, waarnaar het hof verwijst.
Daarna heeft [appellant] een akte genomen als bedoeld in r.o. 2.6 van het tussenarrest.
Vervolgens is wederom arrest gevraagd in het incident.

2.Verdere beoordeling

In het incident
2.1.
[appellant] maakt onder meer bezwaar tegen het toekennen van bewijskracht aan stukken waaruit (oncontroleerbaar) door [geïntimeerden] wordt geciteerd en welke stukken hij niet kent. Doordat er delen uit de desbetreffende stukken worden geciteerd, is volgens [appellant] niet duidelijk wat de precieze strekking is van de stellingen van [geïntimeerden] of waartegen hij zich zou moeten verweren. [appellant] heeft aangevoerd dat stukken waarop een beroep wordt gedaan direct in het geding dienen te worden gebracht (daartoe bestaat een verplichting ex artikel 85 Rv). Gelet hierop heeft [appellant] zich op het standpunt gesteld dat hij in zijn verdediging is geschaad en dat de desbetreffende stukken buiten beschouwing moeten worden gelaten.
2.2.
Omdat het hof daarvan, gelet op voormeld verweer van [appellant] , wenst kennis te nemen, zal het bepalen dat [geïntimeerden] de in hun akte uitlating producties onder punt 6 en 7 vermelde processen-verbaal, waaruit delen worden geciteerd, overleggen.
2.3.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.Beslissing

Het hof:
in het incident:
verwijst de zaak naar de rol van 20 oktober 2015 opdat [geïntimeerden] de hiervoor onder 2.2 aangegeven stukken in het geding brengen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. R.J.M. Smit, E.E. van Tuyll van Serooskerken-Röell en C.C. Meijer en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 6 oktober 2015.