ECLI:NL:GHAMS:2015:4066

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
30 september 2015
Publicatiedatum
1 oktober 2015
Zaaknummer
23-003381-14
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake diefstal in vereniging met gebruik van een geprepareerde tas

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1972, was beschuldigd van diefstal in vereniging van meerdere flesjes parfum, toebehorende aan Douglas, gepleegd op 28 mei 2014 te Heerhugowaard. De politierechter had de verdachte in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van één maand, met aftrek van voorarrest. De advocaat-generaal vorderde in hoger beroep dezelfde straf.

Tijdens de zitting in hoger beroep op 16 september 2015 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging. De raadsman voerde aan dat de camerabeelden, die cruciaal waren voor de herkenning van de verdachte, niet meer beschikbaar waren. Hij stelde dat de verdachte vrijgesproken moest worden, omdat er geen bewijs was dat de verdachte daadwerkelijk de diefstal had gepleegd. Het hof verwierp dit verweer en oordeelde dat de verklaringen van de verbalisanten voldoende bewijs boden voor de herkenning van de verdachte op de camerabeelden.

Het hof kwam tot de conclusie dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de diefstal, maar sprak hem vrij van andere ten laste gelegde feiten. De strafbaarheid van de verdachte werd bevestigd, en het hof legde een gevangenisstraf van één maand op, met aftrek van voorarrest. Het hof benadrukte de ernst van de feiten en de overlast die winkeldiefstallen veroorzaken voor bedrijven. De beslissing van het hof vernietigde het eerdere vonnis en deed opnieuw recht, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot de eerder genoemde straf.

Uitspraak

parketnummer: 23-003381-14
datum uitspraak: 30 september 2015
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen
het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 29 augustus 2014 in
de strafzaak onder parketnummer 15-119584-14 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1972,
adres: [adres 1] ,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in [detentie] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
16 september 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het
Wetboek van Strafvordering (Sv), het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in hoger beroep door de advocaat-generaal op grond van artikel 312 Sv alsnog mondeling ten laste gelegde strafverzwarende omstandigheid, toegelaten door het gerechtshof, is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
hij, tezamen en in vereniging met een ander, op of omstreeks 28 mei 2014 te Heerhugowaard, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen meerdere flesjes parfum, te weten van
het merk Givenchy en/of Bulgari, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Douglas ( [adres 2] ), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring
komt dan de rechtbank.

Bewijsverweren

Camerabeelden
De raadsman heeft aangevoerd dat er slechts één bewijsmiddel is dat in deze zaak doorslaggevend is, namelijk de camerabeelden van Douglas. De verbalisanten houden de verdachte aan, horen hem en
menen hem dan te herkennen. Bij zo’n gang van zaken is een herkenning al snel gemaakt. Er moet een onpartijdige partij kijken naar de beelden om te beoordelen of het daadwerkelijk de verdachte is die de flesjes parfum steelt. Echter, de beelden zijn niet meer beschikbaar. De raadsman stelt dat nu er overigens ook geen foto’s zijn gemaakt van de beelden waarop de verdachte is te zien, de verdachte dient te worden vrijgesproken. Niet met zekerheid is te zeggen of het daadwerkelijk de verdachte is die op de camerabeelden te zien is.
Het hof volgt de raadsman daarin niet en overweegt daartoe het volgende.
Niet valt in te zien waarom niet mag worden afgegaan op twee op ambtseed afgelegde verklaringen van twee verbalisanten die ieder afzonderlijk proces-verbaal opmaken van het bekijken van de camerabeelden. Zij verklaren beiden dat zij de verdachte herkennen als een van de twee mannen op de camerabeelden. Het staat daarom met voldoende zekerheid vast dat het de verdachte was die de flesjes parfum met zijn mededader heeft gestolen.
Alternatief scenario
De raadsman heeft aangevoerd dat niet de verdachte degene was die de flesjes parfum heeft gestolen, maar een andere man in een blauwe trainingsjas. De verdachte zou van deze man de tas met de gestolen goederen hebben gekregen, terwijl hij niet wist wat daar in zat. Omdat de verdachte is aangehouden met de gestolen goederen in zijn bezit, zou de verdachte daarom achteraf door de aangeefster en verbalisanten herkend zijn als zijnde de man die de flesjes parfum heeft gestolen.
Het hof verwerpt dit verweer en overweegt daartoe het volgende.
Reeds de inhoud van de bewijsmiddelen weerlegt het door de verdediging geschetste alternatieve scenario.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij, tezamen en in vereniging met een ander, op 28 mei 2014 te Heerhugowaard, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen meerdere flesjes parfum, toebehorende aan Douglas.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het aanwenden van een rechtsmiddel zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf van één maand, met aftrek van voorarrest.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft, samen met een onbekend gebleven medeverdachte, uit een winkel een paar flesjes parfum gestolen en heeft daarvoor gebruik gemaakt van een speciaal geprepareerde tas. Winkeldiefstallen zijn voor de betreffende bedrijven hinderlijke feiten, die naast schade in de vorm van omzetderving vooral ook veel overlast en ergernis veroorzaken. Blijkens een de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 2 september 2015 is de verdachte eerder voor meerdere diefstallen onherroepelijk veroordeeld.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door de enkelvoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting had mr. S. Clement, in tegenwoordigheid van mr. N. Vonk, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 30 september 2015.
=========================================================================
[…]