ECLI:NL:GHAMS:2015:4056
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontheffing van het gezag van een moeder over haar kinderen in het kader van jeugdzorg
In deze zaak gaat het om de ontheffing van het gezag van de moeder over haar kinderen, die onder toezicht zijn gesteld en in pleeggezinnen verblijven. De moeder is in hoger beroep gekomen tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarin haar gezag over de kinderen is ontheven op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming. De moeder heeft vier kinderen, geboren uit verschillende relaties, en heeft alleen het ouderlijk gezag over hen. De kinderen zijn in het verleden onder toezicht gesteld en uithuisgeplaatst vanwege zorgen over de opvoedsituatie bij de moeder. De Raad heeft in zijn verweerschrift gesteld dat de moeder niet over de benodigde opvoedvaardigheden beschikt en dat de kinderen in hun huidige pleeggezinnen beter tot hun recht komen.
Tijdens de zitting is de situatie van de kinderen besproken. De moeder heeft erkend dat er bij de kinderen gedragsproblematiek is, maar zij betwist dat zij niet in staat is om voor hen te zorgen. De Raad heeft echter betoogd dat de moeder, ondanks haar betrokkenheid, niet in staat is om een veilige en stabiele opvoedsituatie te bieden. Het hof heeft de argumenten van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat de moeder ongeschikt is om het gezag over de kinderen te behouden. De kinderen hebben recht op duidelijkheid over hun toekomstperspectief, en het hof oordeelt dat de ontheffing van het gezag in hun belang is. De beschikking van de rechtbank wordt dan ook bekrachtigd.