ECLI:NL:GHAMS:2015:4017
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de Nederlandse rechter in civiele zaken onder het Verdrag van Lugano
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, hebben appellanten Okean B.V. en Logistic Solution International Limited hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had zich onbevoegd verklaard om over de vorderingen van Okean c.s. tegen de geïntimeerde te oordelen, op basis van het Verdrag van Lugano (EVEX II). De appellanten stelden dat de Nederlandse rechter bevoegd was, zowel op grond van artikel 6 lid 1 als artikel 5 lid 3 van het verdrag. Het hof heeft de grieven van Okean c.s. verworpen en de beslissing van de rechtbank bekrachtigd. Het hof oordeelde dat er geen nauwe band bestond tussen de vorderingen op Olympus en de geïntimeerde, en dat de plaats van het vermogen van de benadeelde niet kan worden aangemerkt als de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de Nederlandse rechter niet bevoegd was om van de vorderingen kennis te nemen. Het hof heeft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen.