ECLI:NL:GHAMS:2015:3994
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van douanerechten en terugbetalingsverzoeken in het kader van scheepscasco invoer
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot terugbetaling van douanerechten door [X] B.V. De belanghebbende had 27 aangiften ten invoer gedaan voor scheepscasco’s, maar de inspecteur van de Belastingdienst/Douane had het verzoek om terugbetaling afgewezen. De rechtbank Noord-Holland had eerder het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard. Het Hof bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat de inspecteur niet verplicht was om de juistheid van de vermeldingen in de aangiften te verifiëren. De inspecteur had de aangiften aanvaard op basis van de vereiste vermeldingen, en het niet verifiëren van deze aangiften vormde geen bijzondere situatie in de zin van artikel 239 van het Communautair douanewetboek (CDW) en artikel 905 van de Uitvoeringsverordening CDW (UCDW). Het Hof concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een terugbetaling rechtvaardigden, en dat de inspecteur zijn controlebeleid correct had toegepast op basis van risicoanalyses. De slotsom was dat het hoger beroep ongegrond was en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.