In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 2 september 2015 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek tot onmiddellijke voorzieningen van BSGR Holdings Coöperatie U.A. en International Mineral Resources B.V. betreffende de naamloze vennootschap Cunico Resources N.V. De partijen waren het erover eens dat er dringend ingegrepen moest worden vanwege een impasse in het bestuur en de algemene vergadering van aandeelhouders, wat de continuïteit van de vennootschap in gevaar bracht. De Ondernemingskamer oordeelde dat de verhouding tussen de aandeelhouders zodanig verstoord was dat de organen van de vennootschap niet meer naar behoren konden functioneren. Dit leidde tot stagnatie in de besluitvorming en een gebrek aan een eenduidige strategie om de financiële problemen aan te pakken.
De Ondernemingskamer heeft besloten om een derde als bestuurder van Cunico aan te stellen, die een doorslaggevende stem krijgt en zelfstandig bevoegd is om de vennootschap te vertegenwoordigen. Tevens werd de volmacht aan een van de huidige bestuurders geschorst en werd 5% van de aandelen van zowel BSGR als IMR in beheer overgedragen aan een door de Ondernemingskamer te benoemen beheerder. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de genomen maatregelen onmiddellijk van kracht zijn, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen de beschikking kunnen worden aangewend.