Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
“Huurder dient ervoor zorg te dragen dat aan omwonenden geen overlast of hinder wordt veroorzaakt door huurder, huisgenoten, huisdieren of door derden die zich met toestemming van huurder in het gehuurde bevinden.”
“Ik kom aangifte doen van Belediging, Racisme en vernieling van een raam in mijn woning. De woning is een huurwoning van de Wooncompagnie. Ik woon op de [adres] . Dit is een flat van 2 verdiepingen hoog. Naast mij, op huisnummer [nummer] woont een buurman die ik niet van naam ken. Hij is daar nog geen jaar geleden komen wonen. Sinds hij daar is komen wonen ondervinden wij geluidsoverlast van hem, volgens mij woont hij alleen in de woning. Ik weet dat alle buren bij mij in de flat overlast ondervinden van deze man. Bijna elke dag en dan vooral ’s avonds, ongeveer van 20:00 uur tot 24:00 uur begint de buurman te schreeuwen. Ik hoor hem dan roepen: “Kankerlijer, Tyfuslijer, Teringlijer”. Hij bonkt dan ook op de muur. Het klinkt alsof hij met een hamer op de muur staat te slaan. Dit is al vanaf het begin dat hij hier is komen wonen. (…) Op maandag 6 maart 2014, is hij te ver gegaan. Hij is bij mij op het balkon, aan de achterkant van de woning, geklommen. Wij hebben een gezamenlijk balkon, welke is gescheiden door een schot van ongeveer 1.80 meter hoog. Hij heeft daar, op de ramen van de slaapkamer van mijn 2 kinderen geslagen. Ik hoorde hem roepen: “Kanker Marokkanen, donder op naar je eigen land. Tering Marokkanen, wat doe je hier in Nederland.” Hierna is hij naar de voorkant van mijn huis gelopen. Ik zag dat hij op de voordeur van de woning sloeg. Ook hoorde ik hem roepen: Kanker Marokkanen, donder op naar je eigen land”. Ik zag dat hij het raampje in mijn voordeur had kapotgeslagen. Ik was zelf in de woning met mijn kinderen en mijn vrouw. Ik was aan het wachten totdat hij de woning binnen zou komen. Ik was bang dat hij binnen zou komen. Door dit geweld zijn mijn 4 kinderen en mijn vrouw erg bang geworden. De kinderen durven niet meer in hun slaapkamer te slapen. De durven ook niet meer naar buiten. (…)”
“(…) Heb vorige week huisbezoek aangekondigd doch weigerde mij te ontvangen, wel een heel gesprek door de telefoon dat hij vindt dat, omdat er een aanhangsel aan zijn contract is (waar ik in genoemd wordt) wooncompagnie er van uit gaat dat hij de boosdoener is.
“(…)Wat ik uit het dossier haal:Er is een urgentie aangevraagd voor [geïntimeerde] omdat er sprake was van huiselijk geweld tussen hem en zijn moeder waar hij destijds woonde. Moeder kon er niet meer tegen. Er was een tijdelijk huisverbod. Gezien de psychische toestand (indertijd ingeschat als psychotisch, en nu nog) van Dhr is er vanuit jullie bedongen dat hij een urgentie kreeg mits de GGD hem zou begeleiden. Dhr wilde eigenlijk geen begeleiding maar lijkt akkoord te zijn gegaan omdat dat de voorwaarde was voor een eigen woning. In juli 2012 krijgt hij de woning en in mei 2013 komen de eerste klachten van overlast binnen, bemiddeling met buren is mislukt.