Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde sub 1] ,
[geïntimeerde sub 2],
1.Het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling in hoger beroep
De advocaat van [geïntimeerden] heeft voorafgaand aan het pleidooi als productie 129 een uitvoerige verhandeling van [A] (de broer van [geïntimeerde sub 1] ) aan het hof toegezonden, met bijlagen. De inhoud van dit stuk heeft geen onderdeel uitgemaakt van het door mr. Meijer gehouden pleidooi. Hij heeft gepleit aan de hand van afzonderlijke pleitnotities. De inhoud van de verhandeling van [A] is voor het overige tijdens het pleidooi slechts summier aan de orde gekomen. Zijdens [geïntimeerden] is onvoldoende concreet en duidelijk een beroep gedaan op (onderdelen van) de verhandeling. Daarnaast zijn de inhoud, zin en bedoeling van de afzonderlijke bijlagen bij dit stuk onvoldoende concreet tijdens het pleidooi toegelicht. In het licht van dit alles kan het hof de inhoud van de toegezonden documenten niet beschouwen als onderdeel van het gehouden pleidooi. Productie 129 zal om die reden bij de te nemen beslissingen buiten beschouwing worden gelaten.
aandelenzijn geleverd of overgedragen dan wel slechts zijn gebruikt ter verschaffing van zekerheid. Meer specifiek zijn [geïntimeerden] niet concreet ingegaan op het door AFM beschreven onderscheid tussen enerzijds de overdracht van de vorderingen op de afnemers aan de SPV’s en anderzijds de verpanding van de aandelen als zekerheid ten behoeve van de SPV’s. Het had echter wel op de weg van [geïntimeerden] gelegen om daarop in te gaan. Met hetgeen [geïntimeerden] hebben aangevoerd, hebben zij de stellingen van Dexia, die mede zijn gebaseerd op de hiervoor genoemde bevindingen van AFM, onvoldoende gemotiveerd bestreden.