ECLI:NL:GHAMS:2015:3851
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van voeging en tussenkomst in effectenleasezaak
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in een effectenleasekwestie. [Verweerster] heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld tegen Dexia, waarbij zij stelde dat haar leaseovereenkomsten door haar echtgenoot, [Eiser], zijn vernietigd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [Eiser] als contractspartij is gebonden aan de verplichtingen uit de leaseovereenkomsten, omdat hij gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat hij als contractspartij heeft opgetreden. [Verweerster] heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing.
In het hoger beroep heeft [Eiser] een incidentele vordering ingediend om zich als voegende en tussenkomende partij aan te sluiten bij de procedure tussen [Verweerster] en Dexia. Hij stelt dat hij belang heeft bij deze voeging, omdat hij ook vorderingen tegen Dexia wil instellen en hij de positie van [Verweerster] wil steunen. Dexia heeft verweer gevoerd tegen deze incidentele vordering, maar het hof oordeelt dat [Eiser] voldoende belang heeft bij zijn verzoek tot voeging en tussenkomst.
Het hof heeft geoordeeld dat [Eiser] en [Verweerster] beiden de vernietiging van het bestreden vonnis wensen en dat er geen belemmeringen zijn voor de voeging. De incidentele vordering van [Eiser] is dan ook toegewezen, en hij is toegestaan om zich te voegen aan de zijde van [Verweerster]. De beslissing over de proceskosten is aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak. De zaak is verwezen naar de rol voor een memorie aan de zijde van [Eiser].