Uitspraak
mr. E.F. Renes, kantoorhoudende te Amsterdam,
zonder advocaat.
1.Het verloop van het geding
2.De gronden van de beslissing
dat de aandelen door vererving 100% in handen zijn van [ [A] ], zodat de grondslag van het conflict is weggevallen”.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een verzoek tot opheffing van onmiddellijke voorzieningen die eerder waren getroffen in het kader van een enquêteprocedure tegen de besloten vennootschap H.R.C. Holding B.V. Verzoeker, aangeduid als [A], heeft de Ondernemingskamer verzocht om de bij beschikking van 25 november 2014 getroffen maatregelen op te heffen. Deze maatregelen omvatten onder andere de schorsing van [B] als bestuurder en de benoeming van mr. O.J. Smit als bestuurder van H.R.C. Holding. De Ondernemingskamer heeft in eerdere beschikkingen een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van H.R.C. Holding bevolen en heeft diverse beslissingen genomen met betrekking tot de aandelenstructuur en de bestuurders van de vennootschap.
De situatie is veranderd doordat [B] op 5 mei 2015 is overleden, waardoor de aandelen nu volledig in handen zijn van [A]. Mr. Smit heeft verzocht om ontheffing uit zijn functie als bestuurder en beheerder van de aandelen, en dit verzoek wordt ondersteund door de advocaat van [A], mr. E.F. Renes. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er geen belangen zijn die zich verzetten tegen de verzoeken van [A] en Smit. Daarom heeft de Ondernemingskamer besloten om de eerder getroffen onmiddellijke voorzieningen op te heffen, met ingang van de datum van deze beschikking.
De beschikking is gegeven door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en vier raadsheren, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 26 augustus 2015.