ECLI:NL:GHAMS:2015:3388
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van een appellant met ernstige tekortkomingen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 mei 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van appellant [X]. Het hof heeft vastgesteld dat [X] toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling. Ondanks de stelling van [X] dat zijn situatie zo dreigend is dat er een rechterlijke machtiging voor hem is aangevraagd, blijkt uit de stukken niet dat hij niet in staat was om aan zijn verplichtingen te voldoen. Het hof heeft kennisgenomen van het beroepschrift, het dossier van de rechtbank en het verslag van de bewindvoerder. Tijdens de zitting op 19 mei 2015 was [X] niet verschenen, noch zijn beschermingsvoerder. De advocaat van [X], mr. B.J.W. Tijkotte, heeft het beroepschrift mondeling toegelicht en de bewindvoerder heeft haar standpunt eveneens toegelicht.
Het hof heeft beoordeeld dat [X] in meerdere opzichten tekortgeschoten is. Hij heeft verzuimd om de benodigde informatie te verstrekken aan de bewindvoerder, heeft nieuwe schulden laten ontstaan en heeft de bewindvoerder belemmerd in haar taken. Het hof concludeert dat de tekortkomingen van [X] ernstig en verwijtbaar zijn, waardoor de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling gerechtvaardigd is. Het hof bekrachtigt dan ook het vonnis van de rechtbank, waarbij de schuldsaneringsregeling van [X] tussentijds is beëindigd.