ECLI:NL:GHAMS:2015:334
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep voor diefstal uit woonzorgcentrum na gebrek aan bewijs
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van diefstal van een geldbedrag van 15 euro uit de kamer van een bewoonster van een woonzorgcentrum in Beverwijk op 29 augustus 2013. De tenlastelegging was gebaseerd op de omstandigheden dat de verdachte op dat moment werkzaam was in het zorgcentrum en dat er eerder diefstallen hadden plaatsgevonden.
Tijdens de zitting in hoger beroep is het hof tot de conclusie gekomen dat de lezing van de verdachte niet zonder meer kan worden uitgesloten. De verdachte had verklaard dat zij het geld van de bewoonster had gekregen om aan een verzorgster te overhandigen. Het hof oordeelde dat de relevante getuige, de bewoonster, niet was gehoord, waardoor er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen.
Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde diefstal. De beslissing is genomen op basis van het ontbreken van overtuigend bewijs en de mogelijkheid dat de verdachte de waarheid sprak. Het hof benadrukte dat de verdachte niet in haar verdediging mocht worden geschaad door het ontbreken van de verklaring van de bewoonster.