In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 3 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 13 augustus 2010. De verdachte was in eerste aanleg vrijgesproken van openlijk geweldpleging tegen meerdere slachtoffers, maar heeft hoger beroep ingesteld. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep voor zover dit gericht is tegen de vrijspraken van de rechtbank. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en is tot een andere bewezenverklaring gekomen. De verdachte is vrijgesproken van de poging tot doodslag en zware mishandeling, maar is wel schuldig bevonden aan openlijk geweldplegen tegen [slachtoffer 5]. Het hof heeft overwogen dat de verdachte samen met anderen geweld heeft gepleegd in een café, waarbij [slachtoffer 5] letsel heeft opgelopen door een glas. De betrokkenheid van de verdachte is vastgesteld op basis van getuigenverklaringen en het hof heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor de andere tenlastegelegde feiten. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 weken, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure.