Uitspraak
mr. W. Lindeboom, kantoorhoudende te Den Haag,
mr. W.D. Berkhout, kantoorhoudende te Utrecht.
1.Het verloop van het geding
2.De feiten
2. Fusie tussen Gaastmeer en Oudega met Oudega als hoofdlocatie (niet vóór augustus 2014)
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 20 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen het College van Bestuur van Stichting Palludara en de Medezeggenschapsraad van de Christelijke Basisschool Mids de Marren. Het geschil betreft de instemming van de Medezeggenschapsraad (MR) met een voorgenomen fusie tussen de basisscholen Mids de Marren en Klaver Trije. De Landelijke Commissie voor Geschillen Wms (LCG) had eerder geoordeeld dat de MR in redelijkheid instemming had kunnen onthouden aan het fusievoorstel. Palludara heeft in hoger beroep aangevoerd dat de LCG de wet onjuist heeft toegepast door de instemming van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) niet als gezichtspunt bij de belangenafweging te betrekken.
De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat zij in dit hoger beroep uitsluitend kan toetsen of de LCG een onjuiste toepassing heeft gegeven aan de wet. Palludara betoogde dat de GMR instemming had moeten geven en dat de LCG niet bevoegd was om het geschil te behandelen. De Ondernemingskamer heeft dit betoog verworpen en geconcludeerd dat de LCG de wet niet onjuist heeft toegepast. De instemming van de GMR was niet als een mee te wegen gezichtspunt aan de LCG voorgelegd, en de Ondernemingskamer oordeelt dat de LCG niet verplicht was om dit aspect ambtshalve te overwegen.
De Ondernemingskamer heeft het beroep van Palludara verworpen en bevestigd dat de eerdere uitspraak van de LCG standhoudt. De inhoudelijke argumenten van beide partijen over de fusie konden in deze procedure niet verder aan de orde komen. De beschikking is gegeven door een collegiaal orgaan van rechters en raden, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.